Model 2: Gronden waarop de meerjarenramingen zijn gebaseerd
Inleiding
Terug naar navigatie - Model 2: Gronden waarop de meerjarenramingen zijn gebaseerd - InleidingOnderstaand zijn de uitgangspunten voor de meerjarenbegroting 2026-2029 weergegeven.
Uitgangspunten
1. De programmabegroting is gebaseerd op de volgende programma-indeling:
Bestuur en ondersteuning
Veiligheid
Verkeer, vervoer en waterstaat
Economie
Onderwijs, sport, cultuur en recreatie
Sociaal domein
Volksgezondheid en milieu
Volkshuisvesting, leefomgeving en stedelijke vernieuwing
2. Paragrafen:
Voor de begroting zijn de volgende paragrafen opgesteld.
A: Lokale heffingen
B: Weerstandsvermogen en Risicobeheersing
C: Kapitaalgoederen
D: Financiering
E: Bedrijfsvoering
F: Verbonden partijen
G: Grondbeleid
H: Openbaarheidsparagraaf
I : Opvang vluchtelingen
J : Maatregelen vanwege korting gemeentefonds 2026
3. De algemene uitkering in de begroting is gebaseerd op de meicirculaire 2025.
4. De begroting is in meerjarig opzicht opgesteld in constante prijzen.
5. Indexering op lonen en prijzen voor 2026.
Voor 2026 is een inflatiecorrectie voor prijzen toegepast van 2,7%.
Loonontwikkeling
De personeelslasten worden binnen het meerjarenperspectief geraamd op basis van de geldende CAO afspraken. De huidige CAO heeft een looptijd tot en met 31 maart 2027. Onderdeel van deze Cao is een loonstijging van ongeveer 7,5% over een periode van 2 jaar. In de meerjarenbegroting 2025 hadden we al rekening gehouden met een stijging., waardoor de salarislasten voor 2026 nu nog stijgen met ca. 3%. en vanaf 2027 met nog eens ca. 1,6% extra.
6. Aantal inwoners / woonruimten
Voor de begroting is het aantal inwoners en woonruimten op 1 januari 2025 (bron: CBS) als uitgangspunt genomen.
Aantal inwoners: 57.798
Aantal woonruimten: 24.234
7. De omslagrente is berekend op 1,40%. De berekening is opgenomen in de paragraaf Financiering.
8. Besluitvorming tot en met 15 juli 2025 is verwerkt in de cijfers voor de begroting 2026. Ook zijn de structurele financiële gevolgen van de 2e Tussentijdse rapportage 2025, die eveneens in de gemeenteraadsvergadering van 11 november 2025 ter besluitvorming voor ligt, verwerkt.
9. De bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen zijn opgenomen conform de begrotingen 2026 van deze gemeenschappelijke regelingen.
10. Het algemene uitgangspunt is om de tarieven en bij de OZB de opbrengst te indexeren met de inflatie van 2,7%. Als onderdeel van de maatregelen om te komen tot een structureel sluitende meerjarenbegroting wordt de opbrengst OZB daarnaast met ca. 0,75% per jaar extra verhoogd. (A25-025).
11. De mutaties in de reserves en voorzieningen in de begroting 2026 zijn gebaseerd op de nota reserves en voorzieningen 2024.
Voorzieningen
Bij het opstellen van de nieuwe beheerplannen wordt nader ingezoomd op de vraag of in de specifieke situatie sprake dient te zijn van een reserve of voorziening, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen.
Om te anticiperen op toekomstige areaaluitbreidingen en/of prijsstijgingen ten opzichte van de huidige beheerplannen zijn hiervoor in de begroting lasten opgenomen ter grootte van respectievelijk 1% en 2,7% van de jaarlijkse toevoeging aan de voorziening.
Reserves
Reserves waar een bestedingsplan onder ligt of die dienen ter dekking van kapitaallasten blijven in stand, tenzij de reserve wordt omgezet naar een voorziening. Overige reserves worden toegevoegd aan de algemene reserve.