B. Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Weerstandscapaciteit
Terug naar navigatie - B. Weerstandsvermogen en risicobeheersing - WeerstandscapaciteitInleiding
In deze paragraaf gaan we in op het weerstandsvermogen en de risicobeheersing van de gemeente Krimpenerwaard. Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) vraagt in deze paragraaf minimaal in te gaan op:
• een inventarisatie van de weerstandscapaciteit
• een inventarisatie van de risico’s
• het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico's.
Daarnaast zijn ook een aantal kengetallen voorgeschreven, evenals een beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie.
De Nota Risicobeheersing en Weerstandsvermogen is in juni 2025 door de gemeenteraad vastgesteld. In deze nota hebben we vastgelegd dat we de risico-inventarisatie twee keer per jaar actualiseren (voor de begroting en voor de jaarrekening). Daarnaast hebben we vastgelegd dat deze paragraaf een toelichting bevat van alle restrisico's groter dan € 100.000.
Risico's (x € 1.000) |
Bedrag |
|
|---|---|---|
Geïnventariseerde risico’s |
8.119 |
|
Inventarisatie van de weerstandscapaciteit
Met de weerstandscapaciteit bedoelen we al die elementen waarmee tegenvallers eventueel bekostigd kunnen worden. Het is onwaarschijnlijk dat alle geïnventariseerde risico’s zich tegelijkertijd in volle omvang voordoen. De gemeenteraad heeft er bij de vaststelling van de Nota Risicobeheersing en Weerstandsvermogen 2025 voor gekozen om de benodigde weerstandscapaciteit te bepalen op 50% van de geïnventariseerde risico’s.
Hetgeen neerkomt op:
• 50% van de geïnventariseerde risico’s af te dekken, 50% van € 8.119.000 = € 4.059.500
Vanaf 2024 is er geen afzonderlijke reserve weerstandsvermogen meer. De benodigde weerstandscapaciteit maakt onderdeel uit van de algemene reserve.
In activa besloten stille reserves staan als zodanig niet op de balans. Voor het weerstandsvermogen kunnen ze echter wel een rol spelen. Met name activa met stille reserves die op korte termijn liquide gemaakt kunnen worden (verkoop) zijn van belang omdat deze in voorkomende gevallen kunnen bijdragen aan het oplossen van financiële problemen. Stille reserves kunnen ontstaan wanneer de bezittingen van de gemeente niet (geheel) worden gewaardeerd of niet tegen de economische waarde worden gewaardeerd of door wijziging van een bestemming van bijvoorbeeld gronden of panden.
In de Nota reserves en voorzieningen 2023 is opgenomen dat we jaarlijks een globale inventarisatie maken van de stille reserves en de materieel relevante stille reserves vermelden in deze paragraaf van de begroting en de jaarstukken.
Op grond van het criterium dat een betreffend kapitaalgoed op korte termijn liquide gemaakt moeten kunnen worden, leidt een eerste inventarisatie tot de volgende stille reserve:
Gemeentegronden (snippergroen)
In totaal is sprake van ca. 60.000 m2 snippergroen dat niet op de balans staat en die verkocht of verhuurd kan worden aan derden, die de grond veelal al in gebruik hebben. De komende periode zal verder onderzoek uitgevoerd worden naar de mogelijke waarde van deze stille reserve en de kosten om deze waarde te kunnen activeren.
Weerstandscapaciteit (x € 1.000) |
Bedrag |
||
|---|---|---|---|
De algemene reserve |
31.802 |
||
Stille reserve (snippergroen) |
PM |
||
Totale beschikbare weerstandscapaciteit |
31.802 |
||
Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen wordt weergegeven als een ratio tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en het totaal van de gekwantificeerde risico’s.
De weerstandscapaciteit bedraagt € 32 miljoen. De geïnventariseerde risico’s bedragen € 8.119.000. Het weerstandsvermogen is de verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de geïnventariseerde risico’s. Dit verhoudingsgetal bedraagt derhalve 3.9.
Ratio |
Waardering |
|---|---|
Boven 2,0 |
Uitstekend |
Tussen 1,4 en 2,0 |
Ruim voldoende |
Tussen 0,8 en 1,4 |
Matig |
Tussen 0,6 en 0,8 |
Onvoldoende |
Onder 0,6 |
Ruim onvoldoende |
Het kengetal van 3,9 geeft aan in hoeverre de gemeente in staat is om financiële tegenvallers op te vangen en wordt beoordeeld als uitstekend. Dit kengetal is hoger dan het kengetal in de jaarrekening 2024 (kengetal 2,6). In de begroting 2024 was het kengetal 2,6. In de begroting 2025 was het kengetal 3. De schommelingen in dit kengetal worden met name veroorzaakt door de peildatum waarop de algemene reserve meegewogen wordt in de berekening van de weerstandscapaciteit.
Beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico's
Risicomanagement is belangrijk om de volgende redenen:
- Inzicht verkrijgen in de risico’s die wij als gemeente lopen. Dit zijn zowel financiële als niet-financiële risico’s. Daarbij moeten beheersmaatregelen deze risico’s verminderen.
- Vergroten van het risicobewustzijn van alle medewerkers binnen de gemeente in houding en gedrag. Risicobewustzijn moet onderdeel zijn van de bedrijfscultuur.
- Beoordelen van het benodigde weerstandsvermogen.
- Voldoen aan wet- en regelgeving (Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten).
Bij risico’s maken we een onderscheid tussen risico’s die wel en risico’s die niet van belang zijn voor de weerstandscapaciteit. Bepaalde risico’s zijn niet van belang voor de weerstandscapaciteit als de begroting- en rekeningcyclus in orde is en we adequate beheersmaatregelen of (verlies)voorzieningen hebben getroffen. Risico’s die van belang zijn voor de weerstandscapaciteit zijn bijvoorbeeld bedrijfsrisico’s als grondexploitatie, de sociaaleconomische ontwikkelingen, garantieverplichtingen, schadeclaims en renterisico’s.
In de nota Risicobeheersing en weerstandsvermogen 2025 zijn de volgende beleidskaders benoemd:
- Beleidskader 1: De niet financiële risico’s worden opgenomen in de paragraaf bedrijfsvoering.
- Beleidskader 2: Het benodigde weerstandsvermogen bedraagt (in principe) 50% van de geïnventariseerde restrisico’s.
- Beleidskader 3: Als blijkt dat het weerstandsvermogen van een gemeenschappelijke regeling ontoereikend is, dan wordt naar evenredigheid van de gemeentelijke bijdrage aanvullend een risico voor de gemeente geraamd.
- Beleidskader 4: In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing, van zowel de begroting als de jaarstukken, worden de restrisico’s groter dan € 100.000 genoemd en toegelicht. Restrisico’s die hieraan niet voldoen worden in één bedrag vermeld.
Inventarisatie van de risico’s
De risico-inventarisatie is in juli en augustus 2025 geactualiseerd.
Op basis van de geïnventariseerde risico’s is een inschatting gemaakt van de mogelijke financiële tegenvallers. Om bij de inventarisatie een redelijke inschatting te kunnen maken van de kansen dat risico’s zich voordoen en de financiële consequenties, hebben we gebruik gemaakt van bandbreedtes. Bij de opzet van de bandbreedtes is rekening gehouden met de omvang van risicovolle situaties in Krimpenerwaard, afgezet tegen de schaal waarop Krimpenerwaard opereert.
Vanaf boekjaar 2026 presenteren we in deze paragraaf ook de incidentele risico’s die gepaard gaan met de - door uw raad vastgestelde - maatregelen vanwege korting Gemeentefonds zoals beschreven in paragraaf J van de begroting 2026-2029. Voor meer informatie over de methodiek verwijzen wij u naar deze paragraaf.
Klasse |
Norm |
Risico |
|---|---|---|
1 |
Minder of 1 x per 10 jaar |
10% |
2 |
1 x per 5 - 10 jaar |
30% |
3 |
1 x per 2 - 5 jaar |
50% |
4 |
1 x per 1 - 2 jaar |
70% |
5 |
1 x per jaar of vaker |
90% |
Bij elk risico is geïnventariseerd welke beheersmaatregelen zijn getroffen die het risico verkleinen. Vervolgens is een inschatting gemaakt van het maximaal financiële risico dat resteert. Hieronder een overzicht van de restrisico’s groter dan € 100.000 op basis van het op deze wijze berekende financiële gevolg.
Risico's met impact op weerstandsvermogen > € 100.000 |
(x € 1.000) |
|
|---|---|---|
1 |
Risico's gerelateerd aan Gebiedsovereenkomst - Opgave natuur |
1.500 |
2 |
Risico's gerelateerd aan de open einde regelingen in het Sociaal Domein |
1.360 |
3 |
Risico's gerelateerd aan uitvoering van projecten |
1310 |
4 |
Risico's inzake weerstandsvermogen bij gemeenschappelijke regelingen |
832 |
5 |
Risico's op hogere kosten gerelateerd aan arbeidsmarktkrapte |
750 |
6 |
Risico's op financiële verplichtingen t.a.v. sport- en maatschappelijke voorzieningen |
465 |
7 |
Risico's in relatie tot de invoering Omgevingswet/WKB |
400 |
8 |
Risico's gerelateerd aan vertraging IBOR-projecten door werkzaamheden netbeheerder |
210 |
9 |
Risico's gerelateerd aan verkiezingen |
151 |
10 |
Risico's inzake informatiebeveiliging |
148 |
11 |
Risico's op actieve grondexploitaties |
117 |
12 |
Vluchtelingen |
PM |
13 |
Overige risico's |
876 |
Totaal risico inventarisatie |
8.119 |
|
De benodigde weerstandscapaciteit op basis van de geïnventariseerde risico’s bedraagt € 8,1 miljoen. Bij de jaarrekening 2024 was dit € 7,2 miljoen en bij de begroting 2025 was dit € 7,2 miljoen. Het totaal aan risico's is dus gestegen met € 0,9 miljoen ten opzichte van de jaarrekening 2024. De belangrijkste oorzaken voor de verhoging van het risicoprofiel zijn de toegenomen risico's gerelateerd aan gemeenschappelijke regelingen, het toegenomen risico op onvoorziene tegenvallers t.a.v. sport- en maatschappelijke voorzieningen en het risico gerelateerd aan verkiezingen. Op andere risico's zien we enkele lichte stijgingen en of verschuivingen door de actualisaties. De onzekerheid met betrekking tot de financiële risico's inzake de opvang van vluchtelingen blijft nog voortduren, mede gezien de landelijke onduidelijkheid over de spreidingswet. Hieronder volgt een toelichting op de restrisico’s groter dan € 100.000.
1 - Risico's gerelateerd aan Gebiedsovereenkomst - Opgave natuur
De gemeente heeft samen met het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, de regie over de samenhangende opgaven in hun buitengebied. De provincie Zuid-Holland fungeert als opdrachtgever. In het tweede halfjaar van 2020 is met de andere twee overheden een addendum overeengekomen op de Gebiedsovereenkomst Veenweiden. Allereerst is de doorlooptijd van de overeenkomst verlengd tot en met 2026. Daarnaast zijn nieuwe afspraken gemaakt over het risico van overschrijding van het totaalbudget van € 95,1 miljoen voor dit project. Bij een overschrijding van het budget tot € 4 miljoen, is 50% voor rekening van de provincie en 50% voor rekening van de uitvoerende partijen (gemeente 75% en hoogheemraadschap 25%). Is de overschrijding meer dan € 4 miljoen, dan is dat volledig voor rekening van de provincie. De aanspraak zal voor de gemeente, op basis van het addendum, nooit meer bedragen dan € 1,5 miljoen.
2 - Risico's gerelateerd aan de open-einde-regelingen in het Sociaal Domein
De uitkeringskosten ingevolge de Participatiewet kunnen niet opgevangen worden binnen het door het rijk beschikbaar bestelde budget
De BUIG-middelen die de gemeente vanuit het Rijk ontvangt zijn al jaren niet voldoende dekkend, het verschil wordt door de gemeente bijgelegd (in 2024: € 700.000). Het aantal actieve uitkeringen laat tot op heden in 2025 een stijging zien en als deze zich doorzet, is de kans groot dat de gemeente ook in 2026 bij zal moeten dragen (In oktober wordt meer duidelijk over de rijksmiddelen 2026.) De meebewegende verdeelsystematiek van het Rijk en de vangnetregeling (5%) beperken het bedrag dat door gemeenten ingelegd moet worden wel. Dat de Gemeente Krimpenerwaard in de begrotingssystematiek al rekening houdt met een mogelijk verschil, beperkt de kans op grote verrassingen en aanwending van het weerstandsvermogen in het uitvoeringsjaar. Dat de gemeente al jaarlijks op voorhand extra financiële middelen begroot, beperkt echter wel de overige bestedingsruimte. Zo blijft er minder ruimte over voor het inzetten van re-integratie instrumenten, hetgeen de doorstroom juist ten goede kan komen. Het is daarom zaak dat de gemeente blijft inzetten de uitstroom te bevorderen.
Toenemende financiële druk door stijgende uitgaven Jeugd en Wmo
Alsmaar stijgende uitgaven leiden tot oplopende tekorten bij lokale overheden. De onvoorspelbaarheid van de vraag (lokale variatie) in combinatie met de financieringssystematiek van het Rijk, resulteren in een significant financieel risico voor gemeenten. Om grote verrassingen te voorkomen en zo financiële stabiliteit te waarborgen, gebruikt de gemeente Krimpenerwaard een reële begrotingssystematiek. Het prognosticeren van de kosten blijft echter complex en in hoge mate onzeker. De realisatie wordt gemonitord en nieuwe inzichten leiden tot bijstelling in de begroting en/of tussenrapportage of andere maatregelen. Een analyse van de cijfers van het tweede kwartaal bevestigen het beeld dat bij de jaarrekening geschetst werd: de totale uitgaven binnen de gemeente stijgen nog altijd verder, hetgeen meer een prijseffect dan hoeveelheidseffect is. Voornamelijk de uitgaven binnen de jeugdhulp stijgen harder dan voorzien. Met het oog op de beheersmaatregelen houden we een risico van € 1 mln. aan.
Financiële steun aan zorgleverancier zonder terugbetalingsperspectief
De gemeente is bij wet verplicht te zorgen voor voldoende jeugdhulp en -bescherming voor inwoners. In bovenregionaal verband is recent overeengekomen dat gemeenten mogelijk financieel gaan bijdragen om de GI JB west in stand te houden. Zij ervaren problemen doordat het aantal maatregelen harder daalt dan de bedrijfsvoering kosten, waardoor de kosten per cliënt stijgen. Voor de gemeente Krimpenerwaard zal het gaan over een additioneel bedrag tussen de +/- 150 en 500 duizend euro, verdeeld over meerdere jaren. Deze partij is de gemeente echter nog 250 duizend euro verschuldigd, maar heeft aan eerdere terugbetalingsafspraken niet kunnen voldoen en zegt niet te beschikken over voldoende reserves en liquide middelen om de komende jaren over te gaan tot (verdere) terugbetaling. Ook beschikken ze niet over activa welke als borg/zekerheidsstelling kunnen dienen.
Budgetten minimabeleid ontoereikend
Eind 2023 heeft de gemeenteraad het actuele minimabeleid vastgesteld. Het budget werd opgehoogd op basis van aannames over de doelgroep en het bereiken daarvan. In 2025 zijn we meer aandacht gaan besteden aan de communicatie richting inwoners: via de digitale nieuwsbrief, de lokale krant Het Kontakt, digitale campagnes van de VoorzieningenWijzer en door externe partijen zoals supermarkten, huisartsenpraktijken en religieuze instellingen te vragen informatie actief te delen. Het risico op financiële overschrijding van het gereserveerde budget neemt daarmee weliswaar toe. Monitoring laat tot nu toe echter geen duidelijke stijging in het aantal aanvragen zien, met uitzondering van de OV meedoenpas. Het risico op overschrijding van het budget in 2026, neemt daarmee af.
3 - Risico's gerelateerd aan de uitvoering van projecten
Momenteel zijn er binnen het team Projecten van de gemeente circa 80 projecten in behandeling. Deze projecten zijn grofweg in te delen in drie categorieën te weten civiele projecten waarbij sprake is van grootschalige renovatie van het openbaar gebied in een wijk, medewerking aan bouwprojecten van ontwikkelaars en bouwprojecten waarvan de gemeente opdrachtgever is. Bij alle projecten is er sprake van risico's, maar de focus op financiële risico's ligt met name bij de bouwprojecten waar de gemeente zelf opdrachtgever is. Dit zijn de bouw van sporthal De Meent, de nieuwbouw van het Schoonhovens college, het nieuwe gemeentekantoor, diverse basisscholen en de bouw van een nieuwe Milieustraat. Om de voortgang op deze projecten goed te monitoren wordt in de organisatie ingezet op een eenduidige rapportagemethodiek (naast bestaande beheersmaatregelen). Daarnaast is er de ontwikkeling richting een meerjaringinvesteringsprogramma waardoor ook een beter inzicht bestaat naar de toekomst toe over de investeringen.
4 - Risico's inzake weerstandsvermogen bij gemeenschappelijke regelingen
Er is sprake van een risico voor de gemeente Krimpenerwaard als het weerstandsvermogen van de verbonden partijen niet toereikend is. Dit betekent dat de risico’s hoger zijn dan het eigen weerstandsvermogen. Er dient dan een resterend risico naar rato van de bijdrage van de gemeente te worden opgenomen. Op basis van de begrotingen voor 2026 leidt dit tot een totaal risico van € 832.000.
Dit bedrag wordt voor een aanzienlijk deel veroorzaakt door het nog ontbreken van een algemene reserve voor de nieuwe GR Jeugd en Wmo, wat een risico van € 464.000 voor de gemeente Krimpenerwaard tot gevolg heeft. Daarnaast vormt het ontoereikende eigen vermogen van Hecht, waarbij het herstelplan eigen vermogen reeds is meegenomen, een substantieel risico (€ 319.000). Verder moet rekening gehouden worden het licht ontoereikende weerstandsvermogen van de ODMH (€ 27.000), het Streekarchief (€ 16.000) en het SVHW (€ 6.000).
5 - Risico's op hogere personele kosten gerelateerd aan de arbeidsmarktkrapte
Op basis van de afgelopen drie jaar zien we helaas een stijging van de inhuurkosten, enerzijds veroorzaakt door langdurig ziekteverzuim en anderzijds veroorzaakt door benodigde specialistische kennis en ervaring voor complexe onderwerpen en vraagstukken. In beide gevallen geldt dat er vervangend en soms ook extra moet worden ingehuurd. De in te vullen vacatures behoren helaas vaak tot de schaarse doelgroepen en zijn om die reden lastig in te vullen, waardoor de gevraagde inhuurtarieven ook vaak hoog zijn.
Voor het welbevinden van de medewerkers zijn en worden diverse zaken uitgevoerd. In 2024 is de Risico-Inventarisatie & -Evaluatie (RI&E) uitgevoerd, waarmee de risico's voor gezondheid en veiligheid op de werkplek in kaart gebracht zijn. Een onderdeel hiervan is ook de Arbometer, waarin de medewerker is gevraagd naar onder meer stress en werkdruk. De uitslag van de RI&E was positief. We gaan een plan van aanpak opstellen om aan de slag te gaan met de aandachtspunten. Ook besteden we met Krimpenerwaard Vooruit aandacht aan een toekomstbestendige, flexibele en wendbare organisatie.
Het totale restrisico bedraagt € 0,75 miljoen.
6 - Risico's op onvoorziene tegenvallers bij sport, cultuur en overige maatschappelijke voorzieningen
Voorzieningen als buurthuizen, zwembaden etc. vallen onder de beleidsvrijheid van gemeenten wat maakt dat zij zelf mogen bepalen of en in welk mate ze dit aanbieden. De financiële afhankelijkheid van een voorziening t.o.v. de gemeente kan sterk verschillen en afhangen van het type voorziening, de organisatievorm en gemaakte afspraken. In afspraken met enkele maatschappelijke instellingen heeft de gemeente Krimpenerwaard financiële risico’s op zich genomen en het is niet uit te sluiten dat, om voorzieningen in stand te houden, financiële steun van de gemeente benodigd is. In het in 2024 vastgestelde omgevingsprogramma sociale basis en maatschappelijke voorzieningen wordt het belang van voorzieningen benadrukt en wordt namelijk aangegeven dat deze plekken onder druk staan door stijgende huurkosten, het schaarser worden van ruimte en de afname van vrijwilligers. In de visie is een minimaal voorzieningenniveau vastgesteld en zijn de rollen van o.a. gemeente, in het bereiken van dat niveau beschreven. Of daar financieel gezien extra middelen voor benodigd zijn, moet blijken uit de concretisering van de ontwikkelopgaven in uitvoeringsplannen. Eerder dit jaar is het risicobedrag aangepast met oog op overdracht sportpark Weydehoeck en door het verschuiven van duurzaamheidsleningen naar het risico op verstrekte geldleningen. De risicowaardering is nu ten opzichte van de jaarrekening aangepast door ontwikkelingen rondom het cultuurhuis, de oprichting van het Hospice en het signaal dat de exploitatiecontinuïteit van in ieder geval het Stichting Vlister Openlucht Baden wordt bedreigd (op langere termijn). Het grootste financiële risico loopt de gemeente echter nog steeds rondom het Cultureel Centrum Concordia.
7 - Risico's in relatie tot de invoering Omgevingswet/Wet kwaliteitsborging voor het Bouwen (Wkb)
De omgevingswet is ingevoerd. Wat dat precies gaat betekenen voor de gemeente is nog steeds onzeker. Met de verdere uitwerking en implementatie van de Omgevingswet krijgen we meer zicht op de definitieve effecten van de Omgevingswet. We nemen hier een restrisico op van € 0,4 miljoen voor het uitvoeren van de (incidentele) extra werkzaamheden en/of daling van opbrengsten.
8 - Risico's gerelateerd aan vertraging IBOR-projecten door werkzaamheden netbeheerder
Bij bijna ieder IBOR-project worden de aanwezige kabels en leidingen gelicht of vervangen. Dit gebeurt enerzijds om te voldoen aan de toegenomen vraag waardoor er overgegaan moet worden op het verzwaren van het netwerk (laadpalen voor auto's bijvoorbeeld), maar ook omdat de aanwezige kabels te diep komen te liggen. De werkzaamheden die door Stedin worden uitgevoerd, gebaseerd op de buurtgerichte aanpak, vragen een lange voorbereiding. Deze lange voorbereiding heeft negatieve gevolgen voor de planning van onze werkzaamheden. Samen met het IBKW proberen wij de voorbereidingstijd zo kort mogelijk te houden door periodieke gesprekken te organiseren.
Door de optredende vertragingen lopen wij een risico dat wij te maken krijgen met extra onvoorziene kosten. Zo moet er door de vertraging extra geïnvesteerd worden om de projectgebieden veilig te houden en worden er extra kosten gemaakt ten behoeve van nieuwe berekeningen als gevolg van extra toe te passen ophoogmateriaal en stijging prijzen.
Het risico als gevolg van deze ontwikkelingen kan ingeschat worden op 2% van het jaarlijkse investeringsvolume in de IBOR-projecten. Dit investeringsvolume ligt rond de € 10 miljoen per jaar. Het risico bedraagt € 0,2 miljoen.
9 - Risico's gerelateerd aan verkiezingen
In 2025 vinden gemeenteraadsverkiezingen plaats. Op basis van de uitslag wordt een nieuw college gevormd. Dit kan betekenen dat één of meerdere van de huidige wethouders niet terugkeren en daarmee recht krijgen op wachtgeld.
10 – Risico’s inzake informatiebeveiliging
Dit risico gaat over het voorkomen van schending van enige wetgeving, wettelijke en regelgevende of contractuele verplichtingen en van beveiligingseisen. Het niet toezien op de naleving van het onlangs geactualiseerde informatiebeveiligingsbeleid kan tot gevolg hebben dat er wel regels zijn afgesproken en maatregelen zijn genomen, maar dat men er zich niet of onvoldoende aan houdt. Daarnaast gaat ook over het waarborgen dat informatiebeveiliging integraal deel uitmaakt van informatiesystemen in de gehele levenscyclus. Hiertoe behoren ook de eisen voor informatiesystemen die diensten verlenen via openbare netwerken. Het risico is bruto hoog geprioriteerd. We hebben echter vele beheersmaatregelen getroffen, waardoor het risico (netto) slechts beperkt drukt op het weerstandsvermogen met € 0,15 miljoen.
11 - Risico's op actieve grondexploitatie(s)
In de grondexploitaties zijn er verschillende soorten risico's te onderscheiden. Voorbeelden hiervan zijn financiële, technische of organisatorische risico's. Voor de begroting 2026 zijn deze risico's opnieuw geactualiseerd. De totale risicowaardering is voor de begroting 2026 bepaald op circa € 117.245. Dit is € 15.000 hoger ten opzichte van de inschatting bij de jaarrekening 2024. In paragraaf G - Grondbeleid wordt nader ingegaan op de grondexploitaties binnen onze gemeente en de gevormde reserves en voorzieningen.
12 - Risico's gerelateerd aan de opvang vluchtelingen
Oekraïense vluchtelingen
Het opvangen van Oekraïners blijft een grote uitdaging in Nederland. Het conflict duurt voort, de instroom van vluchtelingen houdt aan en er is sprake van een voortdurende druk op de landelijke opvangcapaciteit. De tijdelijke beschermingsmaatregel is inmiddels verlengd tot 1 maart 2027 en de gemeente doet haar best de verhoogde inspanningsverplichting te halen met de financiële middelen die zij daartoe kan inzetten. De huidige opvanglocaties in de gemeente Krimpenerwaard zijn volledig bezet. Het normbedrag per dag per bed is verlaagd van €61 naar €44 en maakt de exploitatie van de opvang financieel een grotere uitdaging. Op basis van de huidige inschatting zal de opvang in onze gemeente in 2025, indien er geen sprake is van onvoorziene grote uitgaven, geëxploiteerd kunnen worden met dit normbedrag. Het normbedrag 2026 is nog onbekend. Bij een verdere daling zal voor de exploitatie van de opvang een beroep gedaan moeten worden op de opgebouwde reserve of een onderbouwde aanvraag voor extra middelen worden voorgelegd.
Spreidingswet
De gemeente dient uitvoering te geven aan de spreidingwet. Daarbij gaat het om asielzoekers en Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen (AMV’ers). De gemeente Krimpenerwaard moet per 1 juli 2025 296 opvangplekken gerealiseerd hebben, waarvan 80 voor AVM’ers. Tot 1 april 2026 worden op de COA-locatie Het Klooster te Haastrecht AMV'ers opgevangen. Het vinden van een andere locatie daarvoor is een uitdaging. Bovendien zorgt de aangekondigde intrekking van de spreidingswet en de verwachte asielwetgeving voor onzekerheid.
AMV-opvang wordt landelijk geëxploiteerd (COA/Nidos). Gemeentelijke inzet op dit vlak zit met name in openbare orde/veiligheid, communicatie, onderwijs(organisatie) en vervolghuisvesting van AMV-statushouders. De 2025-afspraak dat bij vertraagde vervolghuisvesting geen kosten meer op gemeenten worden verhaald voor langer verblijf in Nidos-opvang, verlaagt het gemeentelijk kostenrisico. Eventuele lokale meerkosten ontstaan vooral rond ISK(internationale schakelklas)-capaciteit/leerlingenvervoer en zijn afhankelijk van regionale onderwijsinrichting. Het financiële risico 2026 wordt als beperkt bestempeld, afhankelijk van landelijke kaders en regionale uitvoering.
Statushouders huisvesten
De gemeente heeft ook de verplichting om statushouders te huisvesten. Het is de gemeente Krimpenerwaard nog niet gelukt de achterstand op de taakstelling statushouders in te lopen. Het is de vraag in hoeverre dat in 2026 mogelijk is, gezien er sprake is van een lage mutatiegraad (vrijkomende woningen bij woningcorporaties) in combinatie met onzekerheid rondom de Wet Versterking Regie Volkshuisvesting. De gemeente heeft een samenwerkingsovereenkomst met Vluchtelingenwerk voor de matching van statushouders op de taakstellingslijst aan woningen van de corporaties en voor het begeleidingsvraagstuk, maar mogelijk dat breder naar oplossingen gekeken moet gaan worden a.g.v. de eerder genoemde wetgeving. De achterstand en het eventueel inlopen hiervan is een ( financieel ) risico voor de gemeente.
Kengetallen
Gezien het stijgende belang van onderlinge vergelijkbaarheid van gemeenten, een grotere druk op doelmatigheid en een steeds meer divers wordende context (ontwikkeling van financiële producten, meer verbonden partijen, meer taken zoals bijvoorbeeld in het Sociaal Domein) is het belang van inzicht in de financiële positie toegenomen.
Om aan het voorgaande tegemoet te komen, schrijft het BBV een verplichte basis set van vijf financiële kengetallen voor die moeten worden opgenomen in deze paragraaf. Naast de kengetallen wordt een beoordeling van de onderlinge verhouding van de kengetallen in relatie tot de financiële positie opgenomen.
In de volgende tabel zijn de verplichte kengetallen, inclusief betreffende waarden voor onze gemeente opgenomen. Onder de tabel volgt een nadere toelichting per kengetal en wordt de link gelegd tussen waarden op de verschillende kengetallen.
Additionele informatie over de verhouding van lokale kengetallen tot de kengetallen van vergelijkbare gemeenten verwijzen wij u naar de website www.findo.nl. Daarbij wordt echter wel gebruik gemaakt van verouderde data.
Kengetallen |
Rekening |
Begroting |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2029 |
|
Netto schuldquote |
33% |
80% |
92% |
89% |
122% |
123% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen |
24% |
72% |
84% |
82% |
114% |
115% |
Solvabiliteitsratio |
40% |
26% |
34% |
28% |
25% |
24% |
Structurele exploitatieruimte |
1,8% |
0,0% |
-1,9% |
-1,6% |
-1,0% |
0,0% |
Grondexploitatie |
0% |
0% |
0% |
0% |
0% |
0% |
Belastingcapaciteit |
96% |
96% |
95% |
95% |
95% |
95% |
Toelichting per kengetal:
Netto schuldquote: Dit kengetal geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft daarmee inzicht in de mate waarop rentelasten en aflossingen drukken op de exploitatieruimte. Een normale netto schuldquote ligt tussen de 0% en 90%. Een schuldquote tussen de 90% en 130% wordt als hoog beschouwd en mag niet verder toenemen. Een schuldquote hoger dan 130% wordt als te hoog beoordeeld en moet afgebouwd worden. Als gevolg van de grote investeringen in de komende jaren zien we de netto schuldquote toenemen, met name vanaf 2028.
Gecorrigeerde netto schuldquote: Dit kengetal is een aanvulling op bovenstaande waarbij er een correctie plaatsvindt door de verstrekte leningen mee te nemen. Dit om het effect van doorlenen inzichtelijk te maken. Ook de gecorrigeerde netto schuldquote neemt toe op basis van de voorziene investeringen.
Solvabiliteit: Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar verplichtingen te voldoen en bestaat uit de hoogte van het eigen vermogen ten opzichte van het balanstotaal. Een ratio hoger dan 50% is het minst risicovol, een ratio tussen de 20% en 50% is neutraal en een ratio lager dan 20% is risicovol. Als gevolg van onder andere de grote investeringsopgave in de komende jaren in combinatie met meerjarige verwachte tekorten staat de solvabiliteit weliswaar onder druk, maar blijft vooralsnog binnen de categorie neutraal. Dit is mede het gevolg van inzet van het instrument MIP, waardoor geplande investeringen en financieringsbehoefte steeds beter op elkaar aansluiten.
Een solvabiliteit ≥ 20% is één van de voorwaarden die worden gesteld om10% van het surplus van de Algemene reserve in te mogen zetten als structurele dekking in de begroting.
Grondexploitatie: Dit kengetal geeft weer hoe de boekwaarde van de grondexploitaties zich verhouden tot de totale (geraamde) baten van de gemeente. Een score lager dan 20% is het minst risicovol, tussen de 20% en 35% is neutraal en hoger dan 35% is risicovol. Meerjarig blijft het kengetal afgerond op 0%.
Belastingcapaciteit: Dit kengetal geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt tot de gemiddelde landelijke belastingdruk. Een score lager dan 100% geeft aan dat de lokale lasten lager zijn dan het landelijk gemiddelde en een score hoger dan 100% geeft aan dat de lokale lasten hoger zijn dan het landelijke gemiddelde. O.b.v. van de landelijke cijfers zien wij dat dit rond 95% ten opzichte van het landelijk gemiddelde is.
Structurele exploitatieruimte: Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is de structurele lasten te dragen met structurele baten. Bij een negatief percentage zijn de structurele lasten hoger dan de structurele baten. Bij een positief percentage kan de gemeente de structurele lasten dragen met de structurele baten. In 2029 is de structurele exploitatieruimte, als gevolg van de inzet van de bezuinigingsmaatregelen, weer nipt positief.