Uitgangspunten
Op 15 juli jl. is de kadernota 2026 door uw gemeenteraad vastgesteld. De hierin opgenomen kaders zijn als uitgangspunt gehanteerd bij het opstellen van de begroting 2026-2029. Bij de behandeling van de kadernota heeft uw gemeenteraad keuzes gemaakt voor inzet en prioritering van maatregelen om te komen tot een structureel sluitende begroting. Deze maatregelen zijn verwerkt in deze meerjarenbegroting. Daarnaast vormen de structurele gevolgen van de 2e tussentijdse rapportage 2025, met daarin onder andere de gevolgen van de meicirculaire 2025, een belangrijk onderdeel van deze begroting. Ook is, zoals hieronder toegelicht, nog een aantal andere ontwikkelingen in de begroting verwerkt.

Cijfermatige mutaties ten opzichte van de kadernota 2026
Ten opzichte van de in de kadernota 2026 gepresenteerde meerjarensaldi zijn er diverse aanpassingen die leiden tot de nieuwe meerjarige begrotingssaldi. In onderstaande tabel staan de betreffende aanpassingen opgenomen. Onder de tabel worden ze kort toegelicht. 

x € 1.000
2026
2027
2028
2029
Saldo kadernota 2026 - geamendeerd
-3.419
-2.769
-4.404
-3.104
Mutaties:
meicirculaire 2025
7.352
6.866
4.023
4.485
Waarvan al opgenomen in kadernota 2025
-6.240
-6.453
-3.806
-4.267
Actuele saldi na mutaties meicirculaire 2025 (a)
-2.307
-2.356
-4.187
-2.886
Mutaties na kadernota:
2e tussentijdse rapportage 2025 (excl. Meicirculaire) (b)
-914
-928
-678
-718
Collegeprogramma
Totaal
-308
-meegenomen in kadernota 2026
150
-
-
-
Totaal collegeprogramma (c)
-158
-
-
-
Ontwikkelingen
-Inflatiecorrectie
221
207
231
233
-Personele lasten
251
179
79
-60
-Bijdrage GR'en
546
508
433
595
-Kapitaallasten
1.066
353
67
-262
-Financieringslasten
-104
47
-39
-104
-Opbrengst belastingen/leges/overig
-161
100
79
333
-Opbrengst afval, riolering
69
93
58
393
-Overige mutaties
-511
-82
-82
-124
-Correcties voor incidenteel
-789
-56
-51
-51
Totaal van ontwikkelingen (d)
588
1.348
775
954
Mutatie t.o.v. actuele saldi (b+c+d=e)
-484
420
97
236
Saldo begroting 2026 (a+e=f)
-2.791
-1.936
-4.091
-2.651
Inzet bezuinigingsmaatregelen
Maatregelen structureel sluitende begroting
2.237
2.262
2.760
3.318
Waarvan reeds in begroting verwerkt
-1.435
-736
-540
-651
Frictiekosten bezuinigingsmaatregelen
-761
-616
-181
-35
Dekking frictiekosten
761
616
181
35
Totaal nog in te zetten bezuinigingsmaatregelen (g)
802
1.526
2.220
2.667
Saldo begroting na dekkingsplan (f+g)
-1.989
-410
-1.871
17
-/- is nadeel/lasten

2e Tussentijdse rapportage 2025
De structurele gevolgen van de 2e tussentijdse rapportage 2025 zijn verwerkt in de cijfers van de voorliggende begroting. In deze rapportage zijn onder andere de structurele gevolgen van de meicirculaire 2025 meegenomen. In de kadernota 2026 en de daaropvolgende memo was al rekening gehouden met voordelige effecten uit de meicirculaire.  Daarom wordt het saldo van de  2e Tussentijdse rapportage bovenstaand gepresenteerd zonder de effecten van de circulaire. Door middel van een raadsinformatiebrief (RIB) van 10 juni jl. bent u geïnformeerd over de financiële effecten van de meicirculaire 2025.

Collegeprogramma
De financiële vertaling van de inspanningen uit het collegeprogramma is verwerkt in deze begroting. Per programma is een toelichting opgenomen van de inspanningen en daaraan gekoppelde middelen. 

Ontwikkelingen
Er is sprake van een aantal ontwikkelingen in zowel de lasten als de baten die vanaf 2026 in de begroting zijn verwerkt. De gepresenteerde bedragen betreft de afwijkingen ten opzichte van de in de kadernota 2026 reeds meegenomen bedragen. Het gaat onder andere om de volgende mutaties.

  • Inflatiecorrectie
    Op basis van de meicirculaire 2025 is voor 2026 rekening gehouden met een inflatiecorrectie van 2,7%. Vooruitlopend op de circulaire was in de kadernota 2026 al gerekend met een bedrag voor inflatiecorrectie van € 2,5 miljoen. Op basis van de onderliggende cijfers in de begroting is nu rekening gehouden met een bedrag aan inflatiecorrectie van ca. € 2,3 miljoen.
  • Personele lasten
    De personele lasten zijn verwerkt conform de nieuwe cao voor gemeenten, die eerder dit jaar is vastgesteld. De loonsom die als basis is gebruikt voor de berekening komt lager uit dan waarmee in de kadernota is gerekend, waardoor stijging van de salarislasten  in met name 2026 lager uitvalt. In de jaren erna nemen de personele lasten toe als gevolg van  onder andere  stijging van periodieken.  
  • Bijdrage gemeenschappelijke regelingen
    In de kadernota is gerekend met een stijging van de bijdragen aan de gemeenschappelijke regelingen met gemiddeld 2,25%.  Daarnaast zijn binnen  de Financiële Kaderstelling Gemeenschappelijke Regelingen (FKGR) afspraken gemaakt over inzet van besparingen binnen de betreffende gemeenschappelijke regelingen. Deze besparingen leiden per saldo tot lagere  bijdragen aan de gemeenschappelijke regelingen. 
  • Kapitaallasten
    De kapitaallasten (rente en afschrijvingen) zijn bijgesteld naar aanleiding van aanpassing van de staat van investeringen op basis van onder andere de jaarrekening 2024 en de kadernota 2026. Het betreft zowel voor- als nadelige mutaties. Onderdeel hiervan zijn ook de mutaties op de kapitaallasten binnen de gesloten complexen van afval en riolering. Deze worden verrekend met de tarieven en zijn daardoor niet van invloed op het saldo van de begroting. De lagere kapitaallasten zijn het gevolg van het aanpassen van de jaarschijven waarin geplande investeringen gereed zijn. De investeringen zoals opgenomen in het meerjareninvesteringsplan (zie ook model 6) zijn hierin meegenomen. 
  • Financieringslasten
    Ten opzichte van  de in de kadernota gehanteerde verwachtingen en uitgangspunten zijn de financieringsbehoefte en daarmee gemoeide laste geactualiseerd. Dit leidt tot een relatief kleine bijstelling van de jaarlijkse lasten.  Voor meer inzicht hierin verwijzen wij u naar de paragraaf Financiering.
  • Opbrengst belastingen/leges/overig
    In de kadernota is rekening gehouden met toename van de opbrengsten voor onder andere leges en belastingen met ca. € 900.000 structureel. Meerjarig is sprake van een toename van het areaal bij de opbrengst OZB. 
  • Opbrengst afval, riolering
    Meerjarig stijgen de kapitaallasten voor afval en riolering. Vooralsnog wordt dit verrekend met de betreffende egalisatievoorzieningen. Per saldo is dit budget neutraal voor de begroting. De gestegen lasten zijn onderdeel van het kopje kapitaallasten. 
  • Overige mutaties
    Dit betreft meerdere incidentele en structurele aanpassingen en aanvragen. Voor een toelichting op de aanvragen verwijzen wij naar model 5 – Nieuw beleid.
  • Correcties voor incidenteel
    Om tot een structureel saldo van de begroting te komen corrigeren we het begrotingssaldo jaarlijks voor de incidentele posten. In bovenstaand overzicht draaien we nu eerst de correctie vanuit de meerjarenbegroting 2025 en 1e Tussentijdse rapportage 2025 terug. In de aanbiedingsbrief bij deze begroting presenteren wij u het bijgestelde incidentele saldo binnen deze begroting. Een toelichting op de betreffende posten is opgenomen in model 4  - overzicht van geraamde incidentele lasten en baten.

Inzet  bezuinigingsmaatregelen
Eerder dit jaar heeft uw gemeenteraad ingestemd met de  inzet  van een  lijst van bezuinigingsmaatregelen om te komen tot een structureel sluitende meerjarenbegroting 2026-2029. Een deel hiervan is al rechtstreeks meegenomen in de cijfers van de begroting. Om de begroting in de jaarschijf 2029 te sluiten wordt ook het resterende deel van deze lijst van bezuinigingsmaatregelen nu ingezet. Voor een uitgebreide toelichting op de bezuinigingsmaatregelen verwijzen u naar paragraaf J.  Maatregelen vanwege gemeentefonds 2026.

Opbouw begroting
De opbouw van de begroting is voorgeschreven en is dan ook in lijn met voorgaande jaren. Het eerste onderdeel is de beleidsbegroting. Hierin zijn de programma’s, BBV indicatoren en paragrafen opgenomen.

Programma’s
Alle programma’s kennen een uniforme opzet. Er wordt gestart met een inleidende tekst met daarin een korte toelichting op de inhoud van het betreffende programma en een toelichting op de belangrijkste landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen die we voor dit programma zien voor de komende periode. Vervolgens zijn de onderdelen uit het collegeprogramma per programma opgenomen. Dit is de vertaling van de ambities uit het door uw raad vastgestelde coalitieakkoord. De ambities uit het collegeprogramma zijn uitgewerkt naar doelen, indicatoren, inspanningen en exploitatielasten. In het programma is aangegeven of sprake is van incidentele dan wel structurele kosten voor de jaarschijf 2026. De structurele kosten zijn ook verwerkt in de cijfers van de jaarschijven 2027-2029 die in de begroting zijn opgenomen. Deze systematiek betekent dat investeringsbedragen voor 2029 en hieruit voortvloeiende kapitaallasten niet expliciet in het betreffende programma staan opgenomen. De kapitaallasten maken onderdeel uit van de komende jaarschijven in het financieel overzicht per programma. De investeringen zijn opgenomen in het meerjarig investeringsprogramma (model 6).
Het totale werkpakket van de gemeente kan worden opgedeeld in nieuwe speerpunten uit het collegeprogramma en overige, zogenaamde going concern, taken. In het financiële overzicht dat per programma wordt gepresenteerd, zijn de volledige lasten en baten per programma opgenomen. Inhoudelijk gaan wij in de programma’s alleen expliciet in op de onderdelen uit het collegeprogramma voor komend jaar. Hierover rapporteren wij gedurende 2026, door middel van de geëigende planning & control documenten, aan u. Voor de overige onderdelen geldt dat wij alleen in financiële zin verantwoording afleggen.

Indicatoren
In de programma’s zijn indicatoren opgenomen die behoren bij onze ambities en doelstellingen. Op deze indicatoren sturen wij door middel van beleid actief. Daarnaast zijn gemeenten op grond van het BBV verplicht een basisset met overige indicatoren te presenteren. Een overzicht hiervan is opgenomen na de programma’s vanaf pagina 52.

Paragrafen
Met ingang van het jaar 2023 zijn er 8 verplicht voorgeschreven paragrafen. De Openbaarheidsparagraaf is er als laatste verplichte bijgekomen. In artikel 3.5 van de Wet open overheid (Woo) wordt voorgeschreven dat bestuursorganen in de jaarlijkse begroting aandacht besteden aan de beleidsvoornemens inzake de uitvoering van deze wet en in de jaarlijkse verantwoording verslag doen van de uitvoering ervan, mede in relatie tot de beleidsvoornemens. 


Daarnaast staat het de gemeente vrij om naar eigen inzicht paragrafen toe te voegen om een bepaald onderdeel van de begroting nader toe te lichten. Sinds de jaarrekening 2022 kiezen wij er voor om een  aparte paragraaf Opvang vluchtelingen op te nemen. Aangezien dit thema nog steeds actueel is, nemen we deze paragraaf ook weer op in deze begroting. Daarnaast hebben we in aansluiting op het vanuit de VNG ontvangen begrotingsadvies 2025-2028 een paragraaf 'Maatregelen vanwege korting gemeentefonds 2026' opgenomen.  Hierin kunnen de maatregelen worden beschreven die we moeten nemen of voornemens zijn te nemen om de verwachte financiële gevolgen van de kortingen door het Rijk het hoofd te kunnen bieden. Indien alle gemeenten dit op een min of meer soortgelijke wijze inzichtelijk maken, ontstaat landelijk een goed totaaloverzicht van de keuzes die gemeenten moeten maken. 

Het tweede deel van de begroting is de financiële begroting en meerjarenraming met een aantal verplichte financiële modellen en bijlagen.