
Model 2: Gronden waarop de meerjarenramingen zijn gebaseerd
Inleiding
Terug naar navigatie - InleidingOnderstaand zijn de uitgangspunten voor de meerjarenbegroting 2025-2028 weergegeven.
Uitgangspunten
1. De programmabegroting is gebaseerd op de volgende programma-indeling:
Bestuur en ondersteuning
Veiligheid
Verkeer, vervoer en waterstaat
Economie
Onderwijs, sport, cultuur en recreatie
Sociaal domein
Volksgezondheid en milieu
Volkshuisvesting, leefomgeving en stedelijke vernieuwing
2. Paragrafen:
Voor de begroting zijn de volgende paragrafen opgesteld.
A: Lokale heffingen
B: Weerstandsvermogen en Risicobeheersing
C: Kapitaalgoederen
D: Financiering
E: Bedrijfsvoering
F: Verbonden partijen
G: Grondbeleid
H: Openbaarheidsparagraaf
I : Opvang vluchtelingen
J : Maatregelen vanwege korting gemeentefonds 2026
3. De algemene uitkering in de begroting is gebaseerd op de meicirculaire 2024.
4. De begroting is in meerjarig opzicht opgesteld in constante prijzen.
5. Indexering op lonen en prijzen voor 2025.
Voor 2025 is een inflatiecorrectie voor prijzen toegepast van 2,3%.
Loonontwikkeling
De personeelslasten worden binnen het meerjarenperspectief geraamd op basis van de geldende CAO afspraken. De huidige CAO heeft een looptijd tot en met 31 maart 2025. De onderhandelingen over een nieuwe CAO moet nog worden opgestart. Voor de verwachte loonontwikkeling is aangesloten bij de Meicirculaire 2024. Op basis van het Centraal Economisch Plan 2024 is de ontwikkeling van de loonvoet sector overheid voor 2025 hierin ingeschat op 4,4%.
6. Aantal inwoners / woonruimten
Voor de begroting is het aantal inwoners en woonruimten op 1 januari 2024 (bron: CBS) als uitgangspunt genomen.
Aantal inwoners: 57.785
Aantal woonruimten: 24.446
7. De omslagrente is berekend op 1,40%. De berekening is opgenomen in de paragraaf Financiering.
8. Besluitvorming tot en met 10 juli 2024 is verwerkt in de cijfers voor de begroting 2025. Ook zijn de structurele financiële gevolgen van de 2e Tussentijdse rapportage 2024, die eveneens in de gemeenteraadsvergadering van 12 november 2024 ter besluitvorming voor ligt, verwerkt.
9. De bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen zijn opgenomen conform de begrotingen 2025 van deze gemeenschappelijke regelingen.
10. Het algemene uitgangspunt is om de tarieven en bij de OZB de opbrengst te indexeren met de inflatie van 2,3%.
11. De mutaties in de reserves en voorzieningen in de begroting 2025 zijn gebaseerd op de nota reserves en voorzieningen 2024.
Voorzieningen
Bij het opstellen van de nieuwe beheerplannen wordt nader ingezoomd op de vraag of in de specifieke situatie sprake dient te zijn van een reserve of voorziening, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen.
Om te anticiperen op toekomstige areaaluitbreidingen en/of prijsstijgingen ten opzichte van de huidige beheerplannen zijn hiervoor in de begroting lasten opgenomen ter grootte van respectievelijk 1% en 2,3% van de jaarlijkse toevoeging aan de voorziening.
Reserves
Reserves waar een bestedingsplan onder ligt of die dienen ter dekking van kapitaallasten blijven in stand, tenzij de reserve wordt omgezet naar een voorziening. Overige reserves worden toegevoegd aan de algemene reserve.