
A. Lokale heffingen
In deze paragraaf staat informatie over de gemeentelijke heffingen, het beleid rondom de lokale heffingen, een overzicht van de tarieven, een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid en de lokale lastendruk.
Algemeen
De totale begrote opbrengst aan belastingen en overige heffingen bedraagt in 2025 ruim € 34,4 miljoen. In onderstaande tabel zijn de opbrengsten van de lokale heffingen weergegeven:
bedragen x € 1.000 |
2024 |
2025 |
||
---|---|---|---|---|
Onroerende-zaakbelastingen |
13.465 |
14.774 |
||
Rioolheffing |
6.429 |
6.684 |
||
Afvalstoffenheffing |
7.596 |
7.660 |
||
Toeristenbelasting |
272 |
278 |
||
Lijkbezorgingsrechten |
1.080 |
1.105 |
||
Leges |
5.168 |
4.159 |
||
Marktgelden |
44 |
45 |
||
Havengelden |
93 |
95 |
||
Kwijtschelding |
-380 |
-376 |
||
33.767 |
34.424 |
|||
In de Nota lokale heffingen is het huidige beleid met betrekking tot de gemeentelijke belastingen en heffingen beschreven. Jaarlijks wordt in de begroting en de jaarrekening over de uitvoering van het beleid gerapporteerd in de paragraaf lokale heffingen.
Bij de heffingen (afvalstoffenheffing, rioolheffing, lijkbezorgingsrechten, leges, marktgelden en havengelden) mogen de geraamde baten niet hoger zijn dan de geraamde lasten. Bij de toe te rekenen kosten worden onder andere de kwijtschelding, de kosten van het SVHW en de kosten van toezicht meegenomen, maar de beleidsuren en uren van handhaving niet.
Bij de belastingen (OZB en toeristenbelasting) geldt deze wettelijke eis niet. De opbrengst van de belastingen komt in de algemene middelen van de gemeente terecht.
Het algemene uitgangspunt is om de tarieven en bij de OZB de opbrengst, te indexeren met de inflatie van 2,3%.
Het Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie Heffing en Waardebepaling (SVHW) verzorgt de uitvoering van diverse belastingen voor de gemeenten.
1. Onroerendezaakbelastingen (OZB)
Terug naar navigatie - 1. Onroerendezaakbelastingen (OZB)De OZB wordt berekend naar een percentage van de WOZ-waarde van woningen en niet-woningen. Het SVHW bepaalt jaarlijks een nieuwe WOZ-waarde van de woning of niet-woning.
Drie groepen krijgen een aanslag OZB, namelijk eigenaren van woningen, eigenaren en gebruikers van niet-woningen. Voor iedere groep geldt een eigen tarief. Gebruikers van woningen, bijvoorbeeld huurders, krijgen geen aanslag OZB.
De uitkomsten van de taxatie door het SVHW zijn voor de begroting nog niet definitief. Daarom wordt gerekend met de (geactualiseerde) waardegegevens van waardepeildatum 1 januari 2023 en de geschatte waardeontwikkeling van woningen en niet-woningen. De verwachting is dat in onze gemeente de gemiddelde WOZ-waarde stijgt bij woningen met 4,3% en bij niet-woningen met 0,5%.
De waardestijging leidt niet tot een hogere opbrengst OZB, omdat de waardestijging gecompenseerd wordt door een verlaging van de tarieven. Zoals eerder aangegeven wordt dit jaar de opbrengst naast de inflatie ad. 2,3% gecorrigeerd met 7% als onderdeel van het dekkingsplan van deze begroting. Op basis van deze cijfers zien de tarieven er als volgt uit:
bedragen x € 1.000 |
2023 |
2024 |
2025 |
---|---|---|---|
Eigenaren woning |
0,0858% |
0,0875% |
0,0909% |
Eigenaren niet-woning |
0,2641% |
0,2705% |
0,2838% |
Gebruikers niet-woning |
0,2181% |
0,2191% |
0,2370% |
2. Rioolheffing
Terug naar navigatie - 2. RioolheffingDe rioolheffing wordt geheven van de gebruiker. Bij woningen wordt de hoogte van de rioolheffing bepaald door de grootte van het huishouden. Bij niet-woningen is de WOZ-waarde de basis.
Uitgangspunt is kostendekkende tarieven. De uitgaven zijn geïndexeerd met de inflatie.
2023 |
2024 |
2025 |
|||
---|---|---|---|---|---|
Woning: eenpersoonshuishouden |
€201,65 |
€201,65 |
€206,30 |
||
Woning: meerpersoonshuishouden |
€268,80 |
€268,80 |
€275,00 |
||
Niet-woning: % van de WOZ-waarde |
0,0834% |
0,0834% |
0,0853% |
||
(max. € 1.185,15) |
(max. € 1.185,15) |
(max. € 1.212,40) |
|||
Berekening kostendekkendheid rioolheffing |
|||||
Kosten taakveld(en), incl. (omslag)rente |
5.699.405 |
||||
Inkomsten taakveld(en), excl. Heffingen |
|||||
netto kosten taakveld(en) |
5.699.405 |
||||
Toe te rekenen kosten |
480.677 |
||||
Overhead incl. (omslag)rente |
775.831 |
||||
BTW |
819.498 |
||||
Totale kosten |
7.775.411 |
||||
Opbrengst heffingen |
6.684.483 |
||||
Dekkingspercentage |
86,0% |
||||
Het dekkingspercentage wordt 100% door de inzet van de voorziening Riool van € 1.090.928. Dit is het verschil tussen de totale opbrengst en de totale kosten in de bovenstaande tabel.
3. Afvalstoffenheffing
Terug naar navigatie - 3. AfvalstoffenheffingDe afvalstoffenheffing wordt geheven van de gebruiker. Uitgangspunt is 100% kostendekkende tarieven. De uitgaven zijn geïndexeerd met de inflatie. Door besparingen van Cyclus op het gebied van de verwerking en de inzameling is het dit jaar niet nodig om de tarieven te verhogen.
2023 |
2024 |
2025 |
||||
---|---|---|---|---|---|---|
Vast tarief |
€183,40 |
€209,10 |
€209,10 |
|||
vermeerderd met |
||||||
per lediging restafval (140 liter) |
€7,15 |
€8,15 |
€8,15 |
|||
per lediging restafval (240 liter) |
€12,25 |
€13,95 |
€13,95 |
|||
per storting in container |
€3,05 |
€3,50 |
€3,50 |
|||
Berekening kostendekkendheid afvalstoffenheffing |
||||||
Kosten taakveld(en), incl. (omslag)rente |
7.126.906 |
|||||
Inkomsten taakveld(en), excl. Heffingen |
-712.914 |
|||||
netto kosten taakveld(en) |
6.413.992 |
|||||
Toe te rekenen kosten |
343.166 |
|||||
Overhead incl. (omslag)rente |
124.953 |
|||||
BTW |
814.820 |
|||||
Totale kosten |
7.696.931 |
|||||
Opbrengst heffingen |
7.660.169 |
|||||
Dekkingspercentage |
99,5% |
|||||
Het dekkingspercentage wordt 100% door de inzet van de voorziening Afval van € 36.763. Dit is het verschil tussen de totale opbrengst en de totale kosten in de bovenstaande tabel.
4. Toeristenbelasting
Terug naar navigatie - 4. ToeristenbelastingDe toeristenbelasting wordt geheven van degene die gelegenheid biedt tot verblijf (de ondernemer) op land, maar het is uiteindelijk de gast van buiten de gemeente die de belasting betaalt. De ondernemer mag de belasting namelijk doorberekenen aan zijn gasten. Het tarief wordt geïndexeerd met de inflatie.
Aan de raad is voorgesteld om met ingang van 2026 ook toeristenbelasting te heffen voor overnachtingen op water.
2023 |
2024 |
2025 |
|
---|---|---|---|
Per persoon per overnachting |
€1,81 |
€1,92 |
€1,96 |
5. Lijkbezorgingrechten
Terug naar navigatie - 5. LijkbezorgingrechtenLijkbezorgingsrechten worden geheven voor het gebruik van een begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met begraven en de begraafplaatsen.
De tarieven worden geïndexeerd met de inflatie. Voor de tarieven wordt verwezen naar de vast te stellen tarieventabel bij de Verordening lijkbezorgingsrechten 2025.
Berekening kostendekkendheid lijkbezorgingsrechten |
||
---|---|---|
Kosten taakveld(en), incl. (omslag)rente |
1.612.840 |
|
Inkomsten taakveld(en), excl. heffingen |
-210.181 |
|
netto kosten taakveld(en) |
1.402.659 |
|
Toe te rekenen kosten |
- |
|
Overhead incl. (omslag)rente |
496.617 |
|
BTW |
- |
|
Totale kosten |
1.899.276 |
|
Opbrengst heffingen |
1.105.139 |
|
Dekkingspercentage |
58,2% |
|
De kapitaallasten worden gedekt uit de reserve Begraafplaatsen en uit de reserve Kapitaallasten. De onttrekking wordt meegenomen bij de inkomsten van het taakveld waardoor de netto kosten lager worden.
6. Leges
Terug naar navigatie - 6. LegesLeges mogen maximaal 100% kostendekkend zijn. De tarieven worden geïndexeerd met de inflatie. Een aantal legestarieven is wettelijk gemaximeerd, zoals het tarief voor een paspoort, een rijbewijs en een aanwezigheidsvergunning speelautomaten. In die gevallen wordt het maximale tarief gehanteerd (afgerond op € 0,05 naar beneden). Voor de tarieven wordt verwezen naar de vast te stellen tarieventabel bij de Legesverordening 2025.
Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en (deels) de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen in werking getreden. De legesverordening 2024 is hierop aangepast, waarbij voor zover mogelijk beleidsneutraal is overgegaan. De ervaringen met deze nieuwe wetten zijn nog onvoldoende om te evalueren. Deze evaluatie zal op een later moment plaatsvinden.
Berekening kostendekkendheid leges |
|||||
---|---|---|---|---|---|
Hst. 1 Algemene dienstverlening |
|||||
Kosten taakveld(en) |
1.512.530 |
||||
Inkomsten taakveld(en), excl. heffingen netto |
- |
||||
netto kosten taakveld(en) |
1.512.530 |
||||
Toe te rekenen kosten |
- |
||||
Overhead incl. (omslag)rente |
519.142 |
||||
BTW |
- |
||||
Totale kosten |
2.031.672 |
||||
Opbrengst heffingen |
1.486.949 |
||||
Dekkingspercentage |
73,2% |
||||
X |
|||||
Berekening kostendekkendheid leges |
|||||
Hst. 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet |
|||||
Kosten taakveld(en) |
1.688.790 |
||||
Inkomsten taakveld(en), excl. heffingen netto |
- |
||||
netto kosten taakveld(en) |
1.688.790 |
||||
Toe te rekenen kosten |
75.000 |
||||
Overhead incl. (omslag)rente |
1.108.770 |
||||
BTW |
- |
||||
Totale kosten |
2.872.560 |
||||
Opbrengst heffingen |
2.607.429 |
||||
Dekkingspercentage |
90,8% |
||||
X |
|||||
Berekening kostendekkendheid leges |
|||||
Hst. 3 Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hst. 2 |
|||||
paragraaf 3.1 Horeca |
|||||
Kosten taakveld(en) |
98.408 |
||||
Inkomsten taakveld(en), excl. heffingen netto |
- |
||||
netto kosten taakveld(en) |
98.408 |
||||
Toe te rekenen kosten |
- |
||||
Overhead incl. (omslag)rente |
74.197 |
||||
BTW |
- |
||||
Totale kosten |
172.605 |
||||
Opbrengst heffingen |
7.866 |
||||
Dekkingspercentage |
4,6% |
||||
X |
|||||
Berekening kostendekkendheid leges |
|||||
Hst. 3 Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hst. 2 |
|||||
Paragraaf 3.3 Organiseren evenement of markt |
|||||
Kosten taakveld(en) |
393.634 |
||||
Inkomsten taakveld(en), excl. heffingen netto |
- |
||||
netto kosten taakveld(en) |
393.634 |
||||
Toe te rekenen kosten |
- |
||||
Overhead incl. (omslag)rente |
296.787 |
||||
BTW |
- |
||||
Totale kosten |
690.421 |
||||
Opbrengst heffingen |
26.914 |
||||
Dekkingspercentage |
3,9% |
||||
X |
|||||
Berekening kostendekkendheid leges |
|||||
Hst. 3 Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hst. 2 |
|||||
Paragraaf 3.4 Standplaatsen |
|||||
Kosten taakveld(en) |
33.471 |
||||
Inkomsten taakveld(en), excl. heffingen netto |
- |
||||
netto kosten taakveld(en) |
33.471 |
||||
Toe te rekenen kosten |
- |
||||
Overhead incl. (omslag)rente |
9.962 |
||||
BTW |
- |
||||
Totale kosten |
43.433 |
||||
Opbrengst heffingen |
19.374 |
||||
Dekkingspercentage |
44,6% |
||||
X |
|||||
Berekening kostendekkendheid leges |
|||||
Hst. 3 Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hst. 2 |
|||||
Paragraaf 3.5 Wet kinderopvang |
|||||
Kosten taakveld(en) |
117.210 |
||||
Inkomsten taakveld(en), excl. heffingen netto |
- |
||||
netto kosten taakveld(en) |
117.210 |
||||
Toe te rekenen kosten |
- |
||||
Overhead incl. (omslag)rente |
10.307 |
||||
BTW |
- |
||||
Totale kosten |
127.517 |
||||
Opbrengst heffingen |
10.844 |
||||
Dekkingspercentage |
8,5% |
7. Marktgelden
Terug naar navigatie - 7. MarktgeldenDe marktgelden worden geheven van degene aan wie een standplaats op een markt ter beschikking gesteld is. Dit zijn de dag- of weekmarkten waar bijvoorbeeld eetwaren en textielwaren te koop zijn.
De marktgelden mogen maximaal 100% kostendekkend zijn. De marktgelden kennen een gedifferentieerd tarief voor de grote markten, de kleine markten en de mini markten voor een vaste standplaats. De tarieven worden berekend per strekkende meter frontbreedte:
2023 |
2024 |
2025 |
|||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
grote markt (20 en meer standplaatsen) |
€28,00 |
€29,75 |
€30,45 |
||||
kleine markt (6 t/m 19 standplaatsen) |
€18,40 |
€19,55 |
€20,00 |
||||
mini markt (1 t/m 5 standplaatsen) |
€12,05 |
€12,80 |
€13,10 |
||||
Berekening kostendekkendheid marktgelden |
|||||||
20 en meer |
6 t/m 19 |
1 t/m 5 |
totaal |
||||
Begrote kosten |
€21.178 |
€41.778 |
€10.880 |
€73.835 |
|||
Begrote opbrengsten |
€17.783 |
€23.040 |
€3.930 |
€44.753 |
|||
Dekkingspercentage |
84,0% |
55,1% |
36,1% |
60,6% |
|||
Er is bewust voor gekozen om het tarief van de kleinere markten laag te houden om de leefbaarheid van de kleine kernen te behouden. Er is minder vraag naar standplaatsen op deze markten dan naar standplaatsen op de grote markten.
8. Havengelden
Terug naar navigatie - 8. HavengeldenHavengelden worden geheven van de schipper, de rederij, de eigenaar van het vaartuig, degene die het schip heeft gecharterd of degene die als vertegenwoordiger van één van dezen optreedt.
De havengelden mogen maximaal 100% kostendekkend zijn. De tarieven worden geïndexeerd met de inflatie. Voor de tarieven wordt verwezen naar de vast te stellen Verordening havengelden 2025. Nieuw dit jaar is dat de reserveringskosten nu verwerkt zijn in de havengelden zodat zij niet meer apart vooraf in rekening worden gebracht.
Berekening kostendekkendheid havengelden |
||
---|---|---|
Kosten taakveld(en), incl. (omslag)rente |
121.027 |
|
Inkomsten taakveld(en), excl. heffingen |
||
netto kosten taakveld(en) |
121.027 |
|
Toe te rekenen kosten |
- |
|
Overhead incl. (omslag)rente |
32.114 |
|
BTW |
- |
|
Totale kosten |
153.141 |
|
Opbrengst heffingen |
107.433 |
|
Dekkingspercentage |
70,2% |
|
9. Overige heffingen
Terug naar navigatie - 9. Overige heffingenDe BIZ-bijdrage is een bestemmingsbelasting die op verzoek van ondernemers wordt geheven. Het biedt ondernemers de mogelijkheid om met hulp van de gemeente aanvullende diensten uit te voeren om de openbare ruimte bij bedrijventerreinen of winkelgebieden schoner, veiliger of goed bereikbaar te maken. De opbrengst van de BIZ-bijdrage wordt als subsidie uitgekeerd aan de door de ondernemers opgerichte uitvoeringsorganisatie die zorgt voor de plannen en de uitvoering. De heffing van de BIZ-bijdrage beperkt zich tot een bepaald gebied in de gemeente, de bedrijveninvesteringszone (BIZ).
De bij aanvang van de BIZ opgestelde verordening geldt voor het hele BIZ-tijdvak (5 jaar) en bevat de tarieven voor alle jaren. Er is een BIZ-heffing voor het centrum van Bergambacht (2021-2025), voor bedrijventerrein De Wetering in Bergambacht (2021-2025) en voor het centrum van Schoonhoven (2024-2028).
10. Overzicht lokale lastendruk
Terug naar navigatie - 10. Overzicht lokale lastendrukBij de lokale lastendruk nemen we de OZB, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing mee in de berekening.
De WOZ-waarde 2024 is gecorrigeerd met de gemiddelde waardestijging van woningen. Bij de afvalstoffenheffing is uitgegaan van een meerpersoonshuishouden met een container van 240 liter die gemiddeld 9,6x per jaar geleegd wordt (in de begroting 2024 werd ook uitgegaan van 9,6 ledigingen).
Eigenaar woning |
2024 |
2025 |
|||
---|---|---|---|---|---|
WOZ-waarde |
€378.000 |
€394.000 |
|||
OZB |
€330,00 |
€358,00 |
|||
Afvalstoffenheffing |
€341,05 |
€341,05 |
|||
Rioolheffing |
€268,80 |
€275,00 |
|||
€939,85 |
€974,05 |
||||
Huurder woning |
2024 |
2025 |
|||
Afvalstoffenheffing |
€341,05 |
€341,05 |
|||
Rioolheffing |
€268,80 |
€275,00 |
|||
€609,85 |
€616,05 |
De woonlasten van de omliggende gemeenten voor 2025 zijn nog niet beschikbaar. Om de woonlasten te kunnen vergelijken, worden daarom de woonlasten 2024 vergeleken afgerond op euro's.
Deze woonlasten zijn berekend met behulp van de Lokale Lasten Calculator 2024 van het COELO (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden). Bij de berekening is uitgegaan van de gemiddelde WOZ-waarde, een tweepersoonshuishouden met een gemiddelde hoeveelheid afval en bij de rioolheffing, indien het tarief bepaald wordt door het waterverbruik, een gemiddeld waterverbruik.
Gemeente |
OZB |
afvalstoffenheffing |
rioolheffing |
woonlasten |
||
---|---|---|---|---|---|---|
Krimpenerwaard |
€ 409 |
€ 291 |
€ 269 |
€ 969 |
||
Bodegraven-Reeuwijk |
€ 598 |
€ 344 |
€ 308 |
€ 1.250 |
||
Gouda |
€ 428 |
€ 386 |
€ 530 |
€ 1.344 |
||
Krimpen aan den IJssel |
€ 400 |
€ 421 |
€ 259 |
€ 1.080 |
||
Molenlanden |
€ 369 |
€ 425 |
€ 225 |
€ 1.019 |
||
Oudewater |
€ 559 |
€ 303 |
€ 382 |
€ 1.244 |
||
Waddinxveen |
€ 410 |
€ 367 |
€ 222 |
€ 999 |
||
Zuidplas |
€ 477 |
€ 317 |
€ 197 |
€ 991 |
||
Landelijk gemiddelde |
€ 454 |
€ 346 |
€ 225 |
€ 1.025 |
||
11. Kwijtschelding
Terug naar navigatie - 11. KwijtscheldingHet kwijtscheldingsbeleid bepaalt de belastingen waarvan kwijtschelding mogelijk is en de voorwaarden waaronder kwijtschelding plaatsvindt. Inwoners met een inkomen tot ongeveer bijstandsniveau en zonder vermogen kunnen voor kwijtschelding in aanmerking komen. Dit geldt ook voor kleine zelfstandigen voor hun privé-belastingschulden.
Alleen op enkele kleine onderdelen kan (binnen wettelijke grenzen) afgeweken worden van de landelijke regeling. In de Verordening kwijtschelding 2025 is opgenomen dat bij de kosten van bestaan uitgegaan wordt van 100% van de bijstandsnorm. Een hoger percentage dan 100% is wettelijk niet toegestaan. Het rijk gaat in de landelijke regeling uit van 90% van de bijstandsnorm.
Kwijtschelding kan verleend worden voor aanslagen OZB, afvalstoffenheffing (vast tarief en een gemaximeerd aantal ledigingen en/of ontgrendelingen) en rioolheffing.
Het SVHW behandelt de kwijtscheldingsverzoeken. In het eerste verzoek om kwijtschelding kan de aanvrager toestemming verlenen voor geautomatiseerde kwijtschelding. Dan hoeft, bij gelijkblijvende omstandigheden, niet jaarlijks een kwijtscheldingsverzoek ingediend te worden.
De kosten voor de uitvoering van het kwijtscheldingsbeleid worden doorberekend in de tarieven van de verschillende heffingen.