Algemeen

Terug naar navigatie - D. Financiering - Algemeen

Inleiding

In de paragraaf financiering wordt de financieringsfunctie van de gemeente Krimpenerwaard toegelicht. De toelichting vindt plaats in een onderdeel algemene ontwikkelingen en een onderdeel ontwikkelingen gemeente Krimpenerwaard. Onder de algemene ontwikkelingen komen de renteontwikkelingen en ontwikkelingen ten aanzien van de wet- en regelgeving aan de orde. Het onderdeel ontwikkelingen gemeente Krimpenerwaard richt zich specifiek op de financiering, renteberekening en het voldoen aan wettelijke bepalingen van de gemeente Krimpenerwaard. 

  

Belangrijkste conclusies
De belangrijkste conclusies uit de paragraaf financiering zijn:

  • De gemeente Krimpenerwaard heeft de komende jaren te maken met een sterk oplopende financieringsbehoefte. Voor spreiding van het renterisico zijn in 2021 een tweetal langlopende geldleningen aangetrokken.
  • De stijging van de rente was in 2022 en 2023 fors. De Europese Centrale bank (ECB) is in juni 2024 begonnen met renteverlagingen. Voor 2025 worden verdere rentedalingen verwacht.
  • Het  saldo van de langlopende geldleningen bedraagt per 31 december 2024 € 83,2 miljoen. Er zijn in 2024 geen nieuwe leningen afgesloten. De gemiddelde rente voor de totale leningenportefeuille bedraagt per 31 december 2024 0,93%.
  • De overtollige financieringsmiddelen bedragen per 31 december 2024 € 23,9 miljoen. Deze zijn risicovrij geparkeerd bij het ministerie van Financiën (schatkistbankieren).
  • In 2024 is geen rente toegerekend aan de activa. De omslagrente voor 2024 bedraagt door rentevoordelen 0% in plaats van de geraamde 0,9%.
  • Er is voldaan aan de voorschriften vanuit de wet Fido (kasgeldlimiet en renterisiconorm).
  • In de Financiële verordening 2024 is opgenomen dat het college eens in de vier jaar een treasurystatuut vaststelt. Het treasurystatuut Krimpenerwaard is geactualiseerd in het 1e kwartaal 2025.

Algemene ontwikkelingen

Terug naar navigatie - D. Financiering - Algemene ontwikkelingen

Renteontwikkelingen

Het voorspellen van de renteontwikkeling is een lastige opgave, zeker op de lange termijn. In onderstaand overzicht wordt de ontwikkeling van rente in de periode 2022-2024 weergegeven. Naast de ECB-rente, het algemene Euribor tarief en het tarief van de 10jaars staatslening worden de tarieven van verschillende gemeentelijke financieringsmogelijkheden in de grafiek gepresenteerd.

De rentemarkt wordt vaak opgedeeld in de geldmarkt (geldmarktrente) en de kapitaalmarkt (kapitaalmarktrente). Hierbij wordt onder de geldmarktrente de korte rente verstaan en onder de kapitaalmarktrente de lange rente (met een looptijd vanaf 2 jaar). Euribor is het gemiddelde rentetarief waartegen een groot aantal vooraanstaande Europese banken elkaar leningen in euro's verstrekken en vormt de basis voor andere (kortlopende) rentetarieven. Als maatstaf van de kapitaalmarktrente wordt vaak naar staatsleningen gekeken.

De rente op de geld- en kapitaalmarkt wordt voornamelijk bepaald door het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). De ECB heeft in 2024 de rentetarieven (herfinancieringsrente) in totaal met 1,35% verlaagd. Met de diverse rentestappen beoogt de ECB het stagnerende economische herstel in het eurogebied te stimuleren, waarbij de inflatie in september 2024 is gedaald tot onder het streefdoel van 2%.

Conform wet- en regelgeving worden overtollige financieringsmiddelen ondergebracht in rekening-courant bij ’s Rijks schatkist. De te ontvangen creditrente in rekening-courant van ’s Rijks schatkist is in 2024 opgelopen van 3,9% per 1 januari 2024 naar 2,9% per 31 december 2024.

Wet- en regelgeving

De Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) en de bijbehorende ministeriële regelingen geven het bindende kader voor de uitoefening van de treasury van de gemeenten. Op grond van artikel 212 Gemeentewet is de gemeente verplicht een financiële verordening vast te stellen. In artikel 21 van de Financiële verordening gemeente Krimpenerwaard 2024 is opgenomen dat het college eens per vier jaar een treasurystatuut vaststelt en ter informatie aan de gemeenteraad aanbiedt. Conform het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) dient een financieringsparagraaf op te worden genomen in de begroting en het jaarverslag (artikelen 9, 13 en 26).

Ontwikkelingen Krimpenerwaard

Terug naar navigatie - D. Financiering - Ontwikkelingen Krimpenerwaard

Beleidsvoornemen treasury

In het treasurystatuut heeft het college de kaders voor de treasuryfunctie bepaald. Het beleid van onze gemeente is erop gericht om de financieringsbehoefte zo gunstig mogelijk af te dekken. In de meerjarenbegroting 2024-2027 staat vermeld dat als er een lening moet worden aangetrokken er eerst gebruik wordt gemaakt van kortlopende geldleningen. Dit omdat de rente op de kortlopende middelen in het algemeen gunstiger zou zijn dan de rente op langlopende middelen. In de periode januari tot en met september 2024 is als gevolg van rente-ontwikkelingen financiering met langlopende middelen gunstiger geweest dan financiering met kortlopende middelen.

In de meerjarenbegroting 2024-2027 staat vermeld dat de gemeente Krimpenerwaard werkt vanuit totaalfinanciering. Alle gemeentelijke inkomsten en uitgaven worden hierbij gesaldeerd voordat de gemeente zich op de geld- of kapitaalmarkt begeeft. In 2024 heeft de gemeente, conform het beleidsvoornemen, gewerkt met totaalfinanciering. Er heeft in 2024 geen projectfinanciering plaatsgevonden.

In de meerjarenbegroting 2024-2027 werd rekening gehouden met het aantrekken van een nieuwe geldlening in 2024 van € 50 miljoen. In 2024 is geen financieringstekort ontstaan door het aantrekken van geldleningen in 2021. Ervaring leert ook dat de werkelijke liquiditeitsbehoefte in de praktijk vaak lager uitvalt dan een begroot financieringstekort. 

Risicobeheer
In de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) zijn voor de beheersing van de renterisico’s de kasgeldlimiet en de renterisiconorm opgenomen.

Kasgeldlimiet

De gemeente mag haar activiteiten niet onbeperkt met kort geld financieren (looptijd korter dan 1 jaar). In de Wet fido is hiervoor de kasgeldlimiet opgenomen, waarmee een maximum wordt gesteld aan de netto kortlopende schuld. Reden hiervoor is dat een korte schuldpositie een potentieel renterisico in zich heeft, omdat rentestijgingen direct doorwerken in de rentelasten.

De kasgeldlimiet is in 2024 ruimschoots binnen de wettelijke norm gebleven.

Berekening kasgeldlimiet
1e kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
(bedragen x € 1.000)
2024
2024
2024
2024
Grondslag: Begrotingstotaal (primitieve begroting)
177.311
177.311
177.311
177.311
Toegestane kasgeldlimiet:
- relevant percentage (wettelijk voorgeschreven)
8,5%
8,5%
8,5%
8,5%
In bedrag (1)
15.071
€15.071
€15.071
€15.071
Liquiditeitspositie 2024:
- Kortlopende schuld (negatief betekent schuld)
-36
-17
-16
-6
- Vlottende middelen (positief betekent tegoed)
46.162
38.803
37.618
31.385
Vlottende middelen minus kortlopende schuld (2)
46.126
38.786
37.602
31.379
Ruimte (+) / overschrijding (-) (1+2)
61.197
53.857
52.673
46.450

Bij een dreigende structurele overschrijding van de kasgeldlimiet worden nieuwe langlopende geldleningen aangetrokken.

Renterisiconorm

Deze norm heeft als doel het toekomstig renterisico te beperken door de aflossingen en renteherzieningen te spreiden. Voorkomen moet worden dat er in enig jaar een te grote concentratie plaatsvindt van aflossingen en renteherzieningen op lopende leningen. De renterisiconorm is gekoppeld aan het begrotingstotaal.

Berekening renterisiconorm
Werkelijk
Begroot
(bedragen x € 1.000)
2023
2024
2025
2026
2027
Renterisico's (aflossingen op vaste schuld):
- renteherziening op vaste schuld
-
-
-
-
-
- aflossingen
7.225
6.725
6.225
8.950
10.700
Renterisico
7.225
6.725
6.225
8.950
10.700
Berekening renterisiconorm:
Begrotingstotaal
161.775
177.311
199.542
192.396
190.965
Bij ministerie vastgesteld percentage
20%
20%
20%
20%
20%
Renterisiconorm
32.355
35.462
39.908
38.479
38.193
Toetsing renterisico aan norm:
Renterisiconorm
32.355
35.462
39.908
38.479
38.193
Renterisico
7.225
6.725
6.225
8.950
10.700
Ruimte (+) / overschrijding (-)
25.130
28.737
33.683
29.529
27.493

Uit bovenstaande opstelling blijkt dat het risico dat de gemeente loopt op haar vaste schuld beperkt is en in de periode 2023-2027 ruim binnen de norm blijft.

Leningenportefeuille

De schuldpositie van de gemeente wordt bepaald door de omvang van de portefeuille opgenomen geldleningen in combinatie met de debetstand op de rekening-courant. Onderstaande tabel geeft inzicht in de ontwikkeling van de schuldpositie over de periode 2023 tot en met 2027.

Schuldpositie
Werkelijk
Begroot
(bedragen x € 1.000)
2023
2024
2025
2026
2027
Onderhandse geldleningen binnenlandse banken
- hoofdsom leningen per 1 januari
97.150
89.925
83.200
191.975
218.025
- aflossingen afgesloten leningen t/m 2023
-7.225
-6.725
-6.225
-6.075
-6.075
- nog af te sluiten lening 2024 (uitgesteld)
50.000
-1.250
-1.250
- nog af te sluiten lening per 01-07-2025
65.000
-1.625
-1.625
- nog af te sluiten lening per 01-07-2026
35.000
-1.750
- nog af te sluiten lening per 01-07-2027
30.000
Hoofdsom leningen per 31 december
89.925
83.200
191.975
218.025
237.325

In 2024 zijn geen langlopende geldleningen afgesloten. In bovenstaande tabel zijn de aan te trekken geldleningen 2025-2027 gebaseerd op de liquiditeitsprognose van de meerjarenbegroting 2025-2028.

De gemiddelde rente voor de totale leningenportefeuille bedraagt per 31 december 2024 0,93%. In 2020 is vanuit de reserve Enecogelden een bestemmingsreserve “Overrente” gevormd voor een bedrag van € 5,8 miljoen. Deze reserve en inzet veroorzaakt een structureel dekkingsmiddel ter dekking van rentelasten. In 2024 heeft een vrijval plaatsgevonden van afgerond € 0,54 miljoen.

Rentemethodiek en Renteresultaat

Voor de toerekening van rentelasten aan taakvelden wordt gebruik gemaakt van de rente-omslagmethode. Hierbij wordt het totaal van de rentelasten verdeeld over taakvelden op basis van de boekwaarden van de investeringen. De totale rentelasten hebben betrekking op betaalde rente van langlopende geldleningen en worden verminderd met ontvangen rente op uitgezette gelden. Bij deze  rentemethodiek wordt het totaal van de rente dus omgeslagen op basis van het totaal van de activa. Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) schrijft voor dat wanneer het saldo van de rentebaten hoger is dan van de rentelasten het renteresultaat op het taakveld Treasury blijft. Er mag geen negatieve omslagrente worden toegerekend aan andere taakvelden. Onderstaand renteschema geeft inzicht in de geraamde en werkelijke rentelasten van externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening.

Rentetoerekening
Begroot
Werkelijk
(bedragen x € 1.000)
2024
2024
a.
Externe rentelasten over korte en lange financiering
1.226
839
b.
Externe rentebaten over korte en lange financiering
-165
-1405
Saldo rentelasten en -baten
1.061
-566
c1.
Doorberekende rente aan grondexploitaties
1
5
c2.
Rente projectfinanciering
0
c3.
Rentebaten van doorverstrekte leningen
-113
-97
-112
-92
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente
949
-658
d1.
Rente over eigen vermogen
d2.
Rente over voorzieningen
-
0
Totaal aan taakvelden toe te rekenen
949
-658
e.
De aan taakvelden toegerekende rente
-1465
0
Boekwaarde activa welke integraal wordt gefinancierd
(peildatum 01-01-2024, conform mjb. 2024-2027)
162.772
164.043
Voorcalculatorische rentepercentage begroting 2024
0,9%
0,0%
Renteresultaat op taakveld Treasury (-/- = voordelig)
-516
-658

In 2024 hebben de overtollige financieringsmiddelen gemiddeld circa € 35 miljoen bedragen. Deze overliquiditeit is in 2024 volledig ondergebracht bij ’s Rijks Schatkist. De overliquiditeit heeft in 2024 circa € 1,3 miljoen aan rentebaten gegenereerd. Als gevolg van de verkregen rentebaten is in 2023 en 2024 de situatie ontstaan dat er meer rente is ontvangen dan is betaald op basis van de bestaande leningenportefeuille. In dat geval leidt bovenstaand renteschema tot een renteomslag 2024 van -0,4%. Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) schrijft echter voor dat wanneer het saldo van de rentebaten hoger is dan van de rentelasten het renteresultaat op het taakveld Treasury blijft. Er mag geen negatieve omslagrente worden toegerekend aan andere taakvelden.

Kredietrisicobeheer op verstrekte geldleningen en garanties en overige uitzettingen

In de Wet fido en het Treasurystatuut Gemeente Krimpenerwaard 2020 is als algemeen uitgangspunt vastgesteld dat leningen of garanties alleen uit hoofde van de publieke taak worden verstrekt. In de in 2020 vastgestelde gemeentelijke Beleidsregels leningen en garantstellingen zijn verdere voorwaarden opgenomen voor het verstrekken van leningen en garanties.

Kredietrisicobeheer richt zich op de kredietwaardigheid (en dus risicoprofiel) van de tegenpartij bij financiële transacties. Mede door tussenkomst van waarborgfondsen en/of andere financieringsregelingen loopt de gemeente een zeer beperkt risico bij uitstaande leningen en garanties.

Onderstaande tabel geeft inzicht in de verstrekte geldleningen en garantstellingen.

Omschrijving
Werkelijk
Werkelijk
(bedragen x € 1.000)
31-12-2023
31-12-2024
Verstrekte geldleningen:
- Startersleningen SVn
6.603
8.465
- Duurzaamheidsleningen (woningen) SVn
1.122
1.286
- Stimuleringsleningen verduurzaming maatschappelijke accommodaties SVn
382
359
- Leningen aan verenigingen en stichtingen
206
-
- Leningen aan woningbouwcorporaties
5
4
Garanties:
- Waarborgfonds Sociale Woningbouw
125.045
133.348
- Overige gewaarborgde geldleningen
662
321
Totaal
134.025
143.783

Overige uitzettingen betreffen overtollige financieringsmiddelen. Deze zijn ultimo 2024, conform wet- en regelgeving, risicovrij geparkeerd bij het ministerie van Financiën (schatkistbankieren). Op 31 december 2024 was een bedrag van circa € 23,9 miljoen aan tijdelijke overliquiditeit geparkeerd.

Liquiditeitsrisico
Er is in 2024 gewerkt met een liquiditeitsprognose, welke regelmatig werd geactualiseerd. In 2024 was de toegang tot de kapitaalmarkt het gehele jaar gewaarborgd. Als gevolg hiervan waren er voldoende geldmiddelen beschikbaar om aan directe verplichtingen te voldoen.

Geldstromenbeheer
De geldstromen lopen hoofdzakelijk via de BNG Bank. De saldi van de rekeningen bij de andere banken wordt zoveel als mogelijk overgeboekt naar de rekening bij de BNG Bank. 

Relatiebeheer

De bancaire partijen waarmee de gemeente Krimpenerwaard zaken doet vallen onder toezicht van De Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer. In 2018 is een financieringsovereenkomst met de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG Bank) afgesloten. Dit raamcontract voor een krediet- en depotarrangement en elektronisch betalingsverkeer wordt periodiek beoordeeld op inhoudelijke bepalingen en concurrerende condities. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de BNG Bank een unieke plaats inneemt ten opzichte van andere banken, omdat voor het ontvangen van rijksuitkeringen een lopende rekening bij deze bank vereist is. Overigens worden de faciliteiten van de BNG Bank toereikend geacht en de condities marktconform.