Geachte raadsleden,

Graag bieden wij u de jaarstukken aan waarin wij terugkijken op het jaar 2024. Met de jaarrekening leggen wij verantwoording aan u af over het in 2024 uitgevoerde beleid en de realisatie van de beoogde doelen. Wij gaan in op wat we bereikt hebben (doelen), wat we daarvoor gedaan hebben (resultaten en inspanningen) en wat dat heeft gekost.

Het jaar 2024 was een jaar van de handen uit de mouwen. De complexiteit, de diversiteit, de verwachtingen en de uitdagingen nemen toe. Het vertrouwen in de overheid en het budget wat de gemeente van het rijk krijgt nemen af. Dat maakt dat we steeds meer vragen van het bestuur en onze medewerkers. Juist ook omdat onze gemeente met relatief weinig medewerkers in staat is de dienstverlening hoog te houden.

Het collegeprogramma Vitaal Vooruit 2022-2026 zet in op vitale gemeenschappen en inwoners, vitale kernen en een vitaal buitengebied. In de begroting 2024 zijn de inspanningen opgenomen die deze ambitie en doelen dichterbij moeten brengen. 

Vitale gemeenschappen
De gemeente zet zich actief in voor de vitaliteit van haar gemeenschappen. Via onze gemeentelijke dienstverlening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Jeugdwet, de Participatiewet en hulp bij schulden en inkomen, dragen wij bij aan een samenleving waarin iedereen mee kan doen en de juiste ondersteuning krijgt wanneer dat nodig is. Algemeen zien we dat de zorgkosten blijven stijgen. Deze kostenstijging wordt grotendeels veroorzaakt door tariefstijgingen in de Wmo en Jeugdhulp. Desondanks vraagt het werken in het sociaal domein om blijvende aandacht voor preventie, effectiviteit en samenwerking. Om de druk op de zorg te beheersen, zetten wij nadrukkelijk in op het versterken van de sociale basis, het normaliseren van hulpvragen, het collectiveren van ondersteuning waar mogelijk, en het duidelijker afbakenen van individuele voorzieningen. Op die manier willen we voorkomen dat lichte ondersteuningsbehoeften onnodig doorschuiven naar zware zorg en blijven we bouwen aan een samenleving waarin mensen elkaar waar mogelijk ondersteunen. We zien dat gerichte sturing en verhoogde bewustwording binnen de Wmo positieve effecten hebben: door proactief te sturen op het optimaal benutten van de mogelijkheden in de sociale basis, houden we de uitgaven beheersbaar en de ondersteuning toegankelijk. Bij de jeugdhulp is deze sturing complexer; de invloed van de gemeente is hier beperkter, onder andere vanwege de samenhang met maatschappelijke ontwikkelingen, de aanwezigheid van meerdere verwijzers naar jeugdhulp en het regionale karakter van de jeugdzorg. Desondanks zijn we er ook bij de jeugdhulp in 2024 in geslaagd om het aantal jongeren met jeugdhulp af te vlakken, meer kinderen in de thuissituatie hulp te bieden (ipv in een verblijfsinstelling) en minder kinderen onder toezicht van jeugdbescherming te stellen. Op het terrein van participatie, schulden en inkomen zijn wij erin geslaagd financiële stabiliteit te behouden. Dit betekent echter niet dat deze groepen geen extra aandacht verdienen. Integendeel: juist de positie van inwoners met een uitkering of schulden vraagt om versterkte inzet. 

Op de lange termijn zijn vitale gemeenschappen alleen houdbaar als iedereen in staat wordt gesteld om naar vermogen deel te nemen aan de samenleving. Dit raakt niet alleen het sociale weefsel, maar beïnvloedt ook toekomstige zorgkosten en de maatschappelijke veerkracht.

Bij veel vraagstukken gaat het gesprek over de rol van de gemeente. We zien dat de samenleving, zowel inwoners, ondernemers, professionele partners en zelfs andere overheden vaak naar de gemeente kijken om verantwoordelijkheid te nemen. Maar wanneer zeggen we "nee"? We merken dat het steeds lastiger is om dit antwoord te geven. De gemeente wordt vaak verantwoordelijk gemaakt voor zaken. Dat merken we in de samenleving, maar ook in de politiek. De gemeente fungeert als vangnet, maar we merken dat de samenleving en ook de politiek steeds meer vragen. Er zit een grens aan wat onze organisatie aan kan zonder in te boeten op kwaliteit van dienstverlening, maar ook op een goede en aantrekkelijke werkgever te zijn en te blijven. Dit speelt op meerdere aspecten.

Onze inwoners hebben recht op een professionele, dienstverlenende en respectvolle behandeling. Er is veel aandacht voor om die dienstverlening steeds voor ogen te houden. Tegelijkertijd is er ook aandacht voor de bejegening van medewerkers en bestuurders door sommige inwoners. We zien namelijk dat die verhard en soms over grenzen gaat. De gemeente voert hierin een zero-tolerance-beleid dat onze medewerkers beschermt. Dit beleid houdt in dat emotie ruimte mag krijgen, maar agressie niet wordt getolereerd. 
 
Vitale kernen en buitengebied
Voor vitale inwoners en gemeenschappen zijn vitale kernen en een vitaal buitengebied van groot belang. We hebben hier dan ook in 2024 volop op ingezet. Enerzijds door het maken van plannen om initiatieven te ontlokken en makkelijker mogelijk te maken en anderzijds door zelf projecten uit te voeren. 

In 2024 konden zes intentieovereenkomsten met projectontwikkelaars getekend worden om de haalbaarheid van woningbouw op zes locaties in de Krimpenerwaard te onderzoeken.

Voor het realiseren van onze woningbouwbehoefte en bedrijventerreinen zijn we afhankelijk van andere overheden. In 2024 is een stevige lobby gevoerd om de provincie en het Rijk te overtuigen van de noodzaak en het belang van voldoende woningen en ruimte voor bedrijvigheid om Krimpenerwaard vitaal te houden.  Het toekomstperspectief voor Krimpenerwaard, dat uw raad in mei 2023 heeft vastgesteld en dat verwoord welke duurzame toekomst ons bestuur voor ogen heeft, is voor deze lobby leidend.

Om onze gemeente toegankelijk, goed bereikbaar en verkeersveilig te maken en te houden is in 2024 samen met inwoners, bedrijven en andere belanghebbenden een Ontwerp Omgevingsprogramma Mobiliteit opgesteld. Dit integrale programma zet de koers uit voor een bereikbare, duurzame, veilige en leefbare gemeente. De verwachting is dat het Omgevingsprogramma Mobiliteit medio 2025 kan worden vastgesteld.

Om onze kernen vitaal te houden zijn verschillende programma’s (overkoepelende plannen) opgesteld en is beleid vastgesteld zoals het Omgevingsprogramma Warmtetransitie en het beleidskader Lokaal Eigendom. We zetten hiermee in op energiebesparing en geven voorrang aan zonnepanelen op daken boven zonnepanelen op de grond. Omwonenden van een energieproject krijgen met het beleidskader Lokaal eigendom zeggenschap over de ontwikkeling van energieprojecten zodat de lusten en lasten eerlijk verdeeld worden.

Er is aan verschillende projecten gewerkt. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de realisatie van Het Schoonhovens College, sporthal de Meent, de tijdelijke huisvesting van een basisschool in Bergambacht, woningbouwprojecten aan de Spoorzone en op het Dika-terrein in Schoonhoven.

Als gemeente hechten we aan een vitaal buitengebied waarin ook de agrarische sector een perspectief geboden wordt. De sector staat voor grote opgaven zoals stikstofmaatregelen, milieueisen, bodemdaling en de energietransitie. We streven naar helder beleid zodat ondernemers weten waar zij aan toe zijn. Daarom wordt gewerkt aan een omgevingsprogramma landbouw waarin het economische perspectief van de agrarische ondernemers in relatie tot de toekomst van het veenweidelandschap centraal staat. Het omgevingsprogramma landbouw geeft daarvoor richting aan de mogelijkheden voor agrarische bedrijven om door te ontwikkelen in een setting waar zij voor grote opgaven staan, zoals de stikstofmaatregelen, eisen op het gebied van milieu en dierenwelzijn, energietransitie, bodemdaling, mestoverschot, et cetera. Het is de verwachting het Omgevingsprogramma eind 2025 vast te kunnen stellen.

Daarnaast hebben we ingezet op het zoveel mogelijk terugdringen en weren van ondermijning. Daartoe zijn er diverse integrale controles uitgevoerd op percelen met verschillende instanties. Deze zijn succesvol gebleken. 

Ondanks de soms onzekere koers van het rijk, werken we als gemeente samen met lokale ondernemers, agrarische- en natuurorganisaties en andere overheden aan de toekomst van de landbouw en het buitengebied. Samen wordt in een gebiedsproces ingezet op de verschillende opgaven voor het landelijk gebied. Enerzijds worden concrete projecten opgepakt, zoals de aanleg van waterinfiltratiesystemen en klei in veen om bodemdaling en CO2-uitstoot uit het veen tegen te gaan. Anderzijds wordt invulling gegeven aan een gebiedsplan waarin wordt geschetst welke oplossingsrichtingen de samenwerking ziet en hoe deze ingevuld kunnen worden om de Krimpenerwaard in al zijn uniciteit ook voor de toekomstige generaties te behouden. 

Tot slot
Wij sluiten het jaar 2024 af met een positief resultaat van bijna 4,3 miljoen. Dit resultaat is het gevolg van verschillende voor- en nadelen. Per begrotingsprogramma worden de afwijkingen, in positieve en in negatieve zin, inzichtelijk gemaakt en verder toegelicht. 

Dit betekent niet dat de gemeente Krimpenerwaard zich in financiële zin geen zorgen hoeft te maken. De onzekerheid en zorgen over de structurele bijdrage uit het gemeentefonds voor de middellange termijn maakt dat onze aandacht voor de toekomstige financiële positie onverminderd groot blijft. Met uw raad zijn we in gesprek om de begroting ook structureel sluitend te krijgen en te houden. 

Wij verwachten dat u met deze jaarstukken goed inzicht krijgt in de gerealiseerde doelen in 2024. Voor zover mogelijk worden de structurele financiële gevolgen uit de jaarrekening verder uitgewerkt en meegenomen in de behandeling van de komende planning & control documenten.

 

Burgemeester en wethouders van Krimpenerwaard
de secretaris,                                        de burgemeester,

 

J. Hennip                                                Ir. J. Beenakker