Het totale overschot op dit programma bedraagt bedraagt ca. €1.629.00. De belangrijkste oorzaken zijn:
Toelichting - 6.10 Samenkracht en burgerparticipatie
Doordat we de definitieve beschikking voor de aangevraagde SPUK- regeling 2023-2026 pas in mei 2023 ontvingen zijn in 2023 niet alle geplande activiteiten volledig ingezet. Het niet uitvoeren van het volledige uitvoeringsprogramma heeft in 2023 tot een eenmalig voordeel van €145.000,- geresulteerd. Omdat gemeenten op 1 januari 2023 nog geen zekerheid over de middelen en de hoogte van het aan te vragen bedrag hadden, is 20% van het toegekende budget per onderdeel naar 2024 meegenomen. De niet bestede middelen dienen terugbetaald te worden.
Voor inburgering heeft de gemeente in 2023 een tweetal specifieke uitkeringen van het Rijk ontvangen voor het beschikbaar stellen van voorzieningen aan inburgeringsplichtigen die onder de nieuwe Wet Inburgering (WIb) vallen. Deze bijdrage is gebaseerd op een eerste inschatting van het Rijk. Daarnaast is voor het niet besteedbare bedrag 2022 van de reserveringsregeling gebruik gemaakt. De instroom van inburgeraars in de gemeente waren in zijn totaliteit lager dan verwacht waardoor uitgaven achterbleven. Dit vertaalt zich in een voordeel bij de lasten € 795.000. Het onbenutte bedrag van deze specifieke uitkeringen kan middels een reserveringsregeling in 2024 alsnog besteed worden.
Op het incidentele krediet Transformatie SD is in 2023 van de lopende projecten (o.a. project toegang, datagedreven werken, innovatiefonds) nog een bedrag van € 411.000 beschikbaar. De uitvoering van deze projecten lopen in 2024 door.
Ten opzichte van de bijgestelde begroting 2023 is er op bepaalde onderdelen van de opvang van Oekraïense vluchtelingen sprake van een overschrijding. In de paragraaf Opvang Vluchtelingen wordt het totale beeld geschetst van de baten en lasten met betrekking tot de opvang van de Oekraïense vluchtelingen waarbij er per saldo sprake is van een hogere compensatie dan gepaard gaande lasten.
Toelichting - 6.20 Wijkteams
Voor de voorbereiding en realisatie van de vernieuwde Toegang Sociaal Domein (project Integrale Toegang) is vanuit de ontvangen POK-middelen (extra gelden van het rijk om de gemeentelijke dienstverlening aan inwoners in een kwetsbare positie te versterken) een incidenteel budget gereserveerd. Hiervan is in 2023 een bedrag van €155.000 nog niet besteed. Voorgesteld wordt dit bedrag via bestemming rekening resultaat over te hevelen om de geplande activiteiten in 2024 uit te voeren.
Toelichting - 6.30 Inkomensregelingen
De gemeente ontvangt van het Rijk een gebundelde uitkering voor het bekostigen van uitkeringen in het kader van de Participatiewet, IOAW, IOAZ, Bbz 2004 en voor de inzet van loonkostensubsidies (BUIG). Deze gebundelde uitkering is niet afdoende om de gemaakte uitkeringslasten volledig te dekken en daarom moet dit uit eigen middelen aangevuld worden. Onder voorwaarden kan de gemeente een beroep doen op de vangnetuitkering dat slechts een deel van het tekort dekt. Voor 2023 blijven wij onder het drempelbedrag waardoor de gemeente niet in aanmerking kan komen voor een vangnetuitkering. Door het lagere uitkeringsbedrag waren in 2023 niet alle eigen middelen benodigd waardoor er op de lasten een incidenteel voordeel van €220.000 ontstaan is.
De eenmalige energietoeslag Krimpenerwaard 2023 is conform het vastgestelde collegebesluit van start gegaan. Deze regeling biedt huishoudens met een laag inkomen (130% van het sociaal minimum) een eenmalige tegemoetkoming van €1.300 ter compensatie voor de fors gestegen energiekosten. De aanvraagperiode loopt van 16 oktober 2023 tot en met 30 juni 2024. In 2023 is aan 1.939 huishoudens de energietoeslag uitbetaald. Om de aanvragen die in 2024 binnen komen uit te kunnen betalen wordt het nog niet bestede budget van €487.000 naar 2024 overgeheveld.
Bij de lasten van de bijzondere bijstand is een incidenteel nadeel van €52.000 ontstaan. Dit nadeel wordt voornamelijk door huisvesting aan statushouders veroorzaakt, waar via de bijzondere bijstand inrichtings- en stofferingskosten aan wordt verstrekt.
Op het minimabeleid is een voordeel van €67.000 op de lasten. Het voordeel zit grotendeels (€51.000) bij Het Volwassenfonds Sport- en Cultuur. Dit fonds maakt sport- en cultuurdeelname voor inwoners van 18 jaar en ouder die een besteedbaar inkomen hebben dat niet hoger is dan 120% van de bijstandsnorm mogelijk. De verwachting is dat het Volwassenenfonds de komende jaren meer bekendheid gaat krijgen en dat het aantal deelnemers gaat toenemen.
Toelichting - 6.40 Begeleide participatie
In afwachting van de definitieve afrekening 2023 die we in juni 2024 ontvangen is op Beschut werken een eenmalig positief resultaat van €120.000 behaald. Dit voordeel is voornamelijk aan twee oorzaken toe te rekenen. In 2023 was het aantal plaatsingen (22 fte) voor beschut wonen lager dan de taakstelling en extra beschikbaar gestelde plekken (26 fte). Daarnaast is het terug te ontvangen bedrag vanuit de definitieve afrekening 2022 Prowork (terugbetaling van de gemeentelijke bijdrage) in 2023 ontvangen en op lasten gecorrigeerd.
Toelichting - 6.50 Arbeidsparticipatie
Het voordeel op de lasten bij het re-integratiebudget wordt voornamelijk bij twee onderdelen veroorzaakt. Ten eerste door een verminderde inzet van de Arrivapas. Toekenning van reiskosten op basis van de werkelijke afgelegde reisafstand was in veel gevallen goedkoper, effect €27.000 lagere kosten. Ten tweede zijn er relatief veel plaatsingen bij reguliere werkgevers geweest i.p.v. bij Promen. Hierdoor waren begeleidingskosten aan Promen niet aan de orde en zijn deze €25.000 lager uitgevallen.
Toelichting - 6.60 Maatwerkvoorzieningen (WMO)
Op de regeling medische meerkosten is net als voorgaande jaren een voordeel op de lasten van €81.000. Deze regeling is per 1 mei 2021 van kracht en ondanks verruiming van de voorwaarden per 1 januari 2023 om de doelgroep te vergroten, is het aantal gebruikers in 2023 minimaal toegenomen. De verwachting is dat deze trend zich voortzet.
Daarnaast is er in 2023 minder gebruik gemaakt van het collectief vraagafhankelijke vervoer of zijn er door de gebruikers kortere ritten gereden. Dit maakt dat de kosten €89.000 lager uitvallen dan verwacht.
Toelichting - 6.71A Huishoudelijke hulp (WMO)
Ten opzichte van de begroting, die primair wordt vastgesteld op basis van de realisatie 2022 en de prijs 2023, maar in de tweede tussentijdse rapportage 2023 nog is bijgesteld op een inschatting van de zorgvraag in 2023 is er een onderschrijding van €106.000 op de lasten voor hulp bij het huishouden (hbh). Het aantal WMO aanvragen en de benodigde zorgbehoefte (zorgzwaarte pakket) zijn kosten bepalend.
Toelichting - 6.71B Begeleiding (WMO)
Uit de afrekening van de SVB blijkt dat de uitnutting van de PGB’s begeleiding en dagbesteding €76.000 lager is dan verwacht. Op de geleverde zorg in natura zijn de kosten €21.000 hoger uitgevallen dan begroot.
Toelichting - 6.71D Overige maatwerkarrangementen (WMO)
De lasten voor de Wmo Maatwerkarrangementen zijn € 51.000 lager dan begroot. Dit voordeel wordt voornamelijk aan de inzet Wijk GGD veroorzaakt, incidenteel voordeel van € 39.000.
Op basis van de CAK rapportage is de daadwerkelijke afgedragen eigen bijdragen 2023 voor de Wmo maatwerkvoorzieningen €93.000 lager dan de primaire begroting. De lagere opbrengst wordt voornamelijk veroorzaakt omdat er in 2023 eenmalig een nog te ontvangen saldo van €69.000 opgenomen was die niet meer gerealiseerd wordt. Deze was op basis van de opgelegde eigen bijdrage bepaald en is later door het CAK gecorrigeerd waardoor de daadwerkelijke afgedragen eigen bijdrage lager uitviel.
Toelichting - 6.72A Jeugdhulp begeleiding
De lasten voor Jeugdhulp begeleiding zijn €271.000 hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat het in een aantal gevallen het inzetten van intensieve zorg noodzakelijk was.
Toelichting - 6.72B Jeugdhulp behandeling
De lasten voor Jeugdhulp behandeling zijn €170.000 lager dan begroot. Dit komt doordat minder indicaties zijn verstrekt dan verwacht. Ten opzichte van 2022 is het aantal indicaties lager uitgevallen.
Toelichting - 6.72C Jeugdhulp dagbesteding
Ten opzichte van de begroting, die primair wordt vastgesteld op basis van de realisatie 2022 en de prijs 2023, maar in de tweede tussentijdse rapportage 2023 nog is bijgesteld op een inschatting van de zorgvraag in 2023 is er een overschrijding van €143.000 op de lasten voor jeugdhulp dagbesteding.
Toelichting - 6.72D Jeugdhulp zonder verblijf overig
Ten opzichte van de begroting, die primair wordt vastgesteld op basis van de realisatie 2022 en de prijs 2023, maar in de tweede tussentijdse rapportage 2023 nog is bijgesteld op een inschatting van de zorgvraag in 2023 is er een onderschrijding van €58.000 op de jeugdhulp (zonder verblijf). Daarnaast is de regionale bijdrage aan RWO €21.000 lager uitgevallen.
Toelichting - 6.73B Gezinsgericht
Ten opzichte van de begroting, die primair wordt vastgesteld op basis van de realisatie 2022 en de prijs 2023, maar in de tweede tussentijdse rapportage 2023 nog is bijgesteld op een inschatting van de zorgvraag in 2023 is er een overschrijding van €70.000 op de lasten voor jeugd gezinsgericht. Dit heeft een directe relatie met de afgegeven indicaties 2023.
Toelichting - 6.73C Jeugdhulp met verblijf overig
Ten opzichte van de begroting, die primair wordt vastgesteld op basis van de realisatie 2022 en de prijs 2023, maar in de tweede tussentijdse rapportage 2023 nog is bijgesteld op een inschatting van de zorgvraag in 2023 is er een overschrijding van €167.000 op de lasten voor jeugdhulp behandeling. Dit door het minder verstrekken van indicatie dan verwacht. Ten opzichte van 2022 zijn het aantal indicatie in 2023 lager uitgevallen.
Toelichting - 6.74A Jeugd behandeling GGZ zonder verblijf
Ten opzichte van de begroting, die primair wordt vastgesteld op basis van de realisatie 2022 en de prijs 2023, maar in de tweede tussentijdse rapportage 2023 nog is bijgesteld op een inschatting van de zorgvraag in 2023 is er een onderschrijding van €65.000 op de lasten voor jeugd behandeling GGZ (zonder verblijf).
Toelichting - 6.74B Jeugdhulp crisisLTAGGZ-verblijf
De lasten voor crisis jeugdhulp is €495.000 lager dan begroot. Bij de 2e tussenrapportage 2023 was op basis van indicatie en geboekte kosten over het 1e half jaar de prognose bijgesteld. Echter blijkt de inschatting te hoog of is er zorg op andere onderdelen (bijvoorbeeld dagbestedingen, jeugdhulp met verblijf) binnen de jeugdhulp ingezet.
Toelichting - 6.81A Beschermd wonen (WMO)
Op basis van de werkelijk geleverde zorg wordt de afrekening voor de compensatieregeling beschermd wonen door de regio opgesteld. Dit is conform de regionale inkoopvoorwaarde zoals overeengekomen. In de afrekening is het aandeel voor de Krimpenerwaard €110.000 lager uitgevallen.
Toelichting - 6.82A Jeugdbescherming
Ten opzichte van de begroting, die primair wordt vastgesteld op basis van de realisatie 2022 en de prijs 2023, maar in de tweede tussentijdse rapportage 2023 nog is bijgesteld op een inschatting van de zorgvraag in 2023 is er een onderschrijding van €205.000 op de lasten voor jeugdbescherming. De trajecten jeugdbescherming betreft een intensieve zorgvraag waarbij een paar cliënten meer of minder qua kosten het verschil kunnen maken. Daarnaast is de jaarlijkse bijdrage aan de GGD €39.000 lager uitgevallen.