D. Financiering

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Inleiding
In de paragraaf financiering wordt de financieringsfunctie van de gemeente Krimpenerwaard toegelicht. De toelichting vindt plaats in een onderdeel algemene ontwikkelingen en een onderdeel ontwikkelingen gemeente Krimpenerwaard. Onder de algemene ontwikkelingen komen de renteontwikkelingen en ontwikkelingen ten aanzien van de wet- en regelgeving aan de orde. Het onderdeel ontwikkelingen gemeente Krimpenerwaard richt zich specifiek op de financiering, renteberekening en het voldoen aan wettelijke bepalingen van de gemeente Krimpenerwaard.  

Belangrijkste conclusies
De belangrijkste conclusies uit de paragraaf financiering zijn:

  • De lange rentetarieven zijn in 2021 licht opgelopen, maar zijn ondanks de opgelopen inflatie  op een relatief laag niveau gebleven;
  • In de Financiële verordening 2022 is opgenomen dat het college eens in de vier jaar een treasurystatuut vaststelt. Het treasurystatuut Krimpenerwaard is in 2020 vastgesteld;
  • In 2021 is een tweetal nieuwe langlopende geldleningen aangetrokken. Het betreft leningen per 1 juli 2021 van € 40 miljoen en per 14 oktober 2021 van € 20 miljoen ;
  • De gemiddelde rente voor de totale leningenportefeuille bedraagt per 31 december 2021 0,97%;
  • Er is voldaan aan de voorschriften vanuit de wet Fido (kasgeldlimiet en renterisiconorm);
  • In 2021 is conform de begroting een rentepercentage van 0,9% toegerekend aan de activa (omslagrente). Het gerealiseerde renteresultaat op het taakveld treasury valt binnen de bandbreedte die in de BBV notitie is gedefinieerd.

Algemene ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Algemene ontwikkelingen

Renteontwikkelingen
Het voorspellen van de renteontwikkeling is een lastige opgave, zeker op de lange termijn. In onderstaand overzicht wordt de ontwikkeling van te betalen rente (debetrente) in 2021 weergegeven. Naast het algemene Euribor tarief worden de tarieven van verschillende gemeentelijke financieringsmogelijkheden in de grafiek gepresenteerd.

Euribor is het gemiddelde rentetarief waartegen een groot aantal vooraanstaande Europese banken elkaar leningen in euro's verstrekken en vormt de basis voor andere rentetarieven. Bij het beoordelen van de renteontwikkeling bestaat er een verschil in de geldmarktrente (rentetarieven met een looptijd tot maximaal 2 jaar) en de kapitaalmarktrente (rentetarieven met een langere looptijd). De rente op de geld- en kapitaalmarkt wordt voornamelijk bepaald door het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). De rente op de kapitaalmarkt is erg afhankelijk van de inflatie in een land. Begin februari 2022 gaf de ECB aan dat de inflatie langer (dan eerder gedacht) op een hoog niveau blijft. Op basis hiervan verwacht de BNG Bank in haar rentevisie dat de lange rentetarieven in 2022 geleidelijk zullen oplopen.

Wet- en regelgeving
De Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) en de bijbehorende ministeriële regelingen geven het bindende kader voor de uitoefening van de treasury van de gemeenten. De onderliggende regelingen zijn:
-    de regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo);          
-    de uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden (Ufdo);            
-    het besluit leningsvoorwaarden decentrale overheden;            
-    de regeling schatkistbankieren decentrale overheden.
Op grond van artikel 212 Gemeentewet is de gemeente verplicht een financiële verordening vast te stellen. In artikel 17 van de Financiële verordening gemeente Krimpenerwaard 2022 is opgenomen dat het college eens per vier jaar een treasurystatuut vaststelt en ter informatie aan de gemeenteraad aanbiedt. Conform het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) dient een financieringsparagraaf op te worden genomen in de begroting en het jaarverslag (artikelen 9, 13 en 26). 

Ontwikkelingen Krimpenerwaard

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen Krimpenerwaard

Beleidsvoornemen treasury
In het treasurystatuut 2020 heeft het college de kaders voor de treasuryfunctie bepaald. Het beleid van onze gemeente is erop gericht om de financieringsbehoefte zo gunstig mogelijk af te dekken. Omdat de rente op de kortlopende middelen in het algemeen gunstiger is dan de rente op langlopende middelen, wordt bij een gelijkblijvende renteverwachting eerst gebruik gemaakt van kortlopende geldleningen als er een lening aangetrokken moet worden. 
Voor het afdekken van renterisico’s kan worden afgeweken van financiering met een korte looptijd. Door langlopende geldleningen eerder aan te trekken dan strikt noodzakelijk kan enerzijds geprofiteerd worden van een lage rente en anderzijds het risico op stijgende rente worden beperkt of afgewend.
In de meerjarenbegroting 2021-2024 werd rekening gehouden met het aantrekken van nieuwe geldleningen voor de komende vier jaar van in totaal € 55 miljoen. De rentevisies van diverse instellingen lieten in 2021 meermaals een licht oplopende rente zien. Op basis van de gemeentelijke financieringsbehoefte is het ontstane renterisico afgedekt met het aantrekken van de volgende leningen:    

-  € 40 miljoen met een looptijd van 20 jaar per 1 juli 2021;
-  € 20 miljoen met een looptijd van 20 jaar per 14 oktober 2021.

De bijbehorende rentelasten zijn verwerkt en toegelicht in de Tweede tussentijdse rapportage 2021.

Risicobeheer
In de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) zijn voor de beheersing van de renterisico’s de kasgeldlimiet en de renterisiconorm opgenomen.

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet is  2021 niet overschreden en blijft ruimschoots binnen de wettelijke norm.

Berekening kasgeldlimiet 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
(bedragen x € 1.000) 2021 2021 2021 2021
Grondslag: Begrotingstotaal (primitieve begroting) 139.654 139.654 139.654 139.654
Toegestane kasgeldlimiet:
- relevant percentage (wettelijk voorgeschreven) 8,5% 8,5% 8,5% 8,5%
In bedrag (1) €11.871 €11.871 €11.871 €11.871
Liquiditeitspositie 2021:
- Kortlopende schuld (negatief betekent schuld) (7) (2.429) (36) (55)
- Vlottende middelen (positief betekent tegoed) 18.752 13.857 43.907 69.810
Vlottende middelen minus kortlopende schuld (2) 18.745 11.428 43.871 69.755
Ruimte (+) / overschrijding (-) (1+2) 30.616 23.299 55.742 81.626

De kasgeldlimiet stelt een bovengrens aan de toegestane omvang van de kortlopende schuld (looptijd korter dan 1 jaar). Reden hiervoor is dat een korte schuldpositie een potentieel renterisico in zich heeft, omdat rentestijgingen direct doorwerken in de rentelasten. 

Renterisiconorm
De renterisiconorm gaat er van uit dat de vaste leningenportefeuille zodanig is samengesteld dat het renterisico gelijkmatig over de jaren wordt gespreid. De renterisiconorm is gekoppeld  aan het begrotingstotaal.

Berekening renterisiconorm Werkelijk Begroot
(bedragen x € 1.000) 2021 2022 2023 2024
Renterisico's (aflossingen op vaste schuld):
- renteherziening op vaste schuld - - - -
- aflossingen 8.570 7.225 8.225 7.725
Renterisico 8.570 7.225 8.225 7.725
Berekening renterisiconorm:
Begrotingstotaal 139.654 151.637 140.792 139.305
Bij ministerie vastgesteld percentage 0 0 0 0
Renterisiconorm 27.931 30.327 28.158 27.861
Toetsing renterisico aan norm:
Renterisiconorm 27.931 30.327 28.158 27.861
Renterisico 8.570 7.225 8.225 7.725
Ruimte (+) / overschrijding (-) 19.361 23.102 19.933 20.136

Uit bovenstaande opstelling blijkt dat het risico dat de gemeente loopt op haar vaste schuld beperkt is en in de periode 2021-2024 ruim binnen de norm blijft.

Leningenportefeuille
De schuldpositie van de gemeente wordt bepaald door de omvang van de portefeuille opgenomen geldleningen in combinatie met de debetstand op de rekening-courant. Onderstaande tabel geeft inzicht in de ontwikkeling van de schuldpositie over de periode 2021 tot en met 2024. 

Schuldpositie Werkelijk Begroot
(bedragen x € 1.000) 2021 2022 2023 2024
Onderhandse geldleningen binnenlandse banken
- hoofdsom leningen per 1 januari 52.195 104.375 117.150 108.925
- aangetrokken geldleningen 2021 60.750
- aflossingen afgesloten leningen t/m 2021 (8.570) (7.225) (7.225) (6.725)
- nog af te sluiten geldlening conform 2e TRP 2021 20.000 (1.000) (1.000)
Hoofdsom leningen per 31 december 104.375 117.150 108.925 101.200

In 2021 zijn een drie langlopende geldleningen verlengd/afgesloten. De specificatie is als volgt:
-    Lening per 01-07-2021 van € 40 miljoen met een looptijd van 20 jaar en rente van 0,255%; 
-    Lening per 14-10-2021 van € 20 miljoen met een looptijd van 20 jaar en rente van 0,52%; 
-    Oversluiten van bestaande lening per 09-05-2021 van € 0,75 miljoen (in 2018 vastgelegde renteherziening van 1,5%). 

In de hoofdsom van de geldleningen per 1 januari  2021 was een (restant)lening opgenomen van € 2.595.000. Deze lening werd doorgeleend aan derden en is in 2021 volledig afgelost. De gemiddelde rente voor de totale leningenportefeuille bedraagt per 31 december 2021 0,97%.
In de Tweede Tussentijdse rapportage 2021 werd rekening gehouden met het nog aantrekken van een langlopende geldleningen van in totaal € 40 miljoen per 1 december 2021. Van dit bedrag is in 2021 een lening aangetrokken van € 20 miljoen. De verwachting is dat het resterende gedeelte in 2022 wordt aangetrokken.
In 2020 is vanuit de reserve Enecogelden een bestemmingsreserve “Overrente” gevormd voor een bedrag van € 5,8 miljoen. In 2021 heeft een vrijval plaatsgevonden van afgerond € 0,7 miljoen.

Renteresultaat
Onderstaand renteschema geeft inzicht in de geraamde en werkelijke rentelasten van externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening.

Rentetoerekening 2021 2021
(bedragen x € 1.000) Begroot Werkelijk
a. Externe rentelasten over korte en lange financiering 941 961
b. Externe rentebaten over korte en lange financiering (6) (6)
Saldo rentelasten en -baten 935 955
c1. Doorberekende rente aan grondexploitaties (12) 17
c2. Rente projectfinanciering (16) (16)
c3. Rentebaten van doorverstrekte leningen (100) (104)
(128) (103)
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente 807 852
d1. Rente over eigen vermogen 236 232
d2. Rente over voorzieningen - -
236 232
Totaal aan taakvelden toe te rekenen 1.043 1.084
e. De aan taakvelden tegerekende rente (1.170) (1.195)
Boekwaarde activa welke integraal wordt gefinancieerd
(peildatum 01-01-2021, conform mjb. 2021-2024) 130.000 132.750
Voorcalculatorische rentepercentage begroting 2021 0,9% 0,9%
Renteresultaat op taakveld Treasury (-/- = voordelig) (127) (111)

Het renteresultaat bedraagt in 2021 € 111.000. Het gehanteerde rentepercentage bij het samenstellen van de jaarrekening is gebaseerd op het voorcalculatorische rentepercentage van 0,9%. Het nacalculatorische rentepercentage 2021 is becijferd op 0,8% en bevindt zich ruim binnen de bandbreedte die in de BBV notitie is gedefinieerd. Dit betekent dat in 2021 een reëel rentepercentage is toegerekend aan de activa.

Kredietrisicobeheer op verstrekte geldleningen en garanties en overige uitzettingen
In de Wet fido en het Treasurystatuut Gemeente Krimpenerwaard 2020 is als algemeen uitgangspunt vastgesteld dat leningen of garanties alleen uit hoofde van de publieke taak worden verstrekt. In de in 2020 vastgestelde gemeentelijke Beleidsregels leningen en garantstellingen zijn verdere voorwaarden opgenomen voor het verstrekken van leningen en garanties. 
Kredietrisicobeheer richt zich op de kredietwaardigheid (en dus risicoprofiel) van de tegenpartij bij financiële transacties. Mede door tussenkomst van waarborgfondsen en/of andere financieringsregelingen loopt de gemeente een zeer beperkt risico bij uitstaande leningen en garanties. 

Onderstaande tabel geeft inzicht in de verstrekte geldleningen en garantstellingen.

Omschrijving Werkelijk Werkelijk
(bedragen x € 1.000) 31-12-2020 31-12-2021
Verstrekte geldleningen:
- Startersleningen SVn 4.991 4.771
- Leningen aan verenigingen en stichtingen 219 215
- Leningen aan woningbouwcorporaties 8 7
Garanties:
- Waarborgfonds Sociale Woningbouw 109.488 118.966
- Overige gewaarborgde geldleningen 1.319 881
Totaal 116.025 124.840

In 2021 is een nieuwe achtervangovereenkomst met het Waarborgfonds Sociale Woningbouw afgesloten. De wijzigingen die zijn doorgevoerd in de nieuwe overeenkomst leiden tot een andere toerekening van de achtervangpositie aan gemeenten. Tot 1 augustus 2021 werd per geborgde lening één gemeente als achtervanger vastgelegd. Na 1 augustus 2021 is het achtervangrisico dat een gemeente loopt een afspiegeling van het bezit dat een corporatie in die gemeente heeft. 

Overige uitzettingen betreffen overtollige financieringsmiddelen. Deze zijn in 2021 risicovrij geparkeerd bij het ministerie van Financiën (schatkistbankieren). Op 31 december 2021 was een bedrag van circa € 65,6 miljoen aan tijdelijke overliquiditeit geparkeerd.
Een uitzondering op het verplichte schatkistbankieren vormt bestaande beleggingen van voor 4 juni 2012. De voormalige gemeente Ouderkerk had op dat moment de opbrengst van de verkoop van het woningbedrijf belegd in obligaties bij de ABN AMRO. De nominale waarde van deze obligaties heeft  per 1 januari 2021 € 500.000 bedragen en is in 2021 vrijgevallen.

Liquiditeitsrisico
Er is in 2021 gewerkt met een liquiditeitsprognose, welke regelmatig werd geactualiseerd. In 2021 was de toegang tot de kapitaalmarkt het gehele jaar gewaarborgd. Als gevolg hiervan waren er voldoende geldmiddelen beschikbaar om aan directe verplichtingen te voldoen.

Geldstromenbeheer
De geldstromen lopen hoofdzakelijk via de BNG Bank. De saldi van de rekeningen bij de andere banken wordt zoveel als mogelijk overgeboekt naar de rekening bij de BNG Bank. 

Relatiebeheer
De bancaire partijen waarmee de gemeente Krimpenerwaard zaken doet vallen onder toezicht van De Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer. 
In 2018 is een financieringsovereenkomst met de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG Bank) afgesloten. Dit raamcontract voor een krediet- en depotarrangement en elektronisch betalingsverkeer wordt ten minste eens in de vier jaar beoordeeld op inhoudelijke bepalingen en concurrerende condities. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de BNG Bank een unieke plaats inneemt ten opzichte van andere banken, omdat voor het ontvangen van rijksuitkeringen een lopende rekening bij deze bank vereist is. Overigens worden de faciliteiten van de BNG Bank toereikend geacht en de condities marktconform.