D. Financiering

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Inleiding
In de paragraaf financiering wordt de financieringsfunctie van de gemeente Krimpenerwaard toegelicht. De toelichting vindt plaats in een onderdeel algemene ontwikkelingen en een onderdeel ontwikkelingen gemeente Krimpenerwaard. Onder de algemene ontwikkelingen komen de renteontwikkelingen en ontwikkelingen ten aanzien van de wet- en regelgeving aan de orde. Het onderdeel ontwikkelingen gemeente Krimpenerwaard richt zich specifiek op de financiering, renteberekening en het voldoen aan wettelijke bepalingen van de gemeente Krimpenerwaard.    

Belangrijkste conclusies
De belangrijkste conclusies uit de paragraaf financiering zijn:

  • De gemeente Krimpenerwaard heeft de komende jaren te maken met een sterk oplopende financieringsbehoefte. In 2021 is een tweetal nieuwe langlopende geldleningen aangetrokken. 
  •  De stijging van de rentes in 2022 was fors. Maar historisch gezien staan de rentes nog steeds laag. De reden van stijgende rente komt met name door de toegenomen inflatie in 2022. Deze stijging komt vooral door de hogere energieprijzen. 
  • Het saldo van de langlopende geldleningen bedraagt per 31 december 2022 € 97,2 miljoen. De gemiddelde rente voor de totale leningenportefeuille bedraagt per 31 december 2022 0,95%.
  • De overtollige financieringsmiddelen bedragen per 31 december 2022 € 55,6 miljoen. Deze zijn risicovrij geparkeerd bij het ministerie van Financiën (schatkistbankieren) en een collega gemeente.
  • In 2022 is een rentepercentage van 0,8% toegerekend aan de activa (omslagrente). Het gerealiseerde renteresultaat op het taakveld treasury valt binnen de bandbreedte van de BBV-voorschriften..
  • Er is voldaan aan de voorschriften vanuit de wet Fido (kasgeldlimiet en renterisiconorm).
  • In de Financiële verordening 2022 is opgenomen dat het college eens in de vier jaar een treasurystatuut vaststelt. Het treasurystatuut Krimpenerwaard is in 2020 vastgesteld. 

Algemene ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Algemene ontwikkelingen

Renteontwikkelingen
Het voorspellen van de renteontwikkeling is een lastige opgave, zeker op de lange termijn. In onderstaand overzicht wordt de ontwikkeling van te betalen rente (debetrente) in 2022 weergegeven. Naast het algemene Euribor tarief en het tarief van de 10 jaars staatslening  worden de tarieven van verschillende gemeentelijke financieringsmogelijkheden in de grafiek gepresenteerd.

 

De rentemarkt wordt vaak opgedeeld in de geldmarkt (geldmarktrente) en de kapitaalmarkt
(kapitaalmarktrente). Hierbij wordt onder de geldmarktrente de korte rente verstaan en onder de kapitaalmarktrente de lange rente (met een looptijd vanaf 2 jaar).
Euribor is het gemiddelde rentetarief waartegen een groot aantal vooraanstaande Europese banken elkaar leningen in euro's verstrekken en vormt de basis voor andere (kortlopende) rentetarieven. Als maatstaf van de kapitaalmarktrente wordt vaak naar staatsleningen gekeken. 

De rente op de geld- en kapitaalmarkt wordt voornamelijk bepaald door het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). De Europese Centrale Bank heeft in 2022 de rentetarieven in totaal met 2,5% verhoogd. Met de diverse rentestappen wil de ECB voorkomen dat de hoge inflatie verder in de economie wortelt. 

Conform wet- en regelgeving worden overtollige financieringsmiddelen ondergebracht in rekening-courant bij ’s Rijks schatkist. Tot medio september 2022 was de rente op de rekening-courant voor een decentrale overheid nul. Dat deze rente nooit negatief kan zijn, is bepaald in de wet en regelgeving. De te ontvangen creditrente in rekening-courant van ’s Rijks schatkist is in het 4e kwartaal 2022 opgelopen van 0,66% naar 1,89%.

Wet- en regelgeving
De Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) en de bijbehorende ministeriële regelingen geven het bindende kader voor de uitoefening van de treasury van de gemeenten. 
Op grond van artikel 212 Gemeentewet is de gemeente verplicht een financiële verordening vast te stellen. In artikel 17 van de Financiële verordening gemeente Krimpenerwaard 2022 is opgenomen dat het college eens per vier jaar een treasurystatuut vaststelt en ter informatie aan de gemeenteraad aanbiedt. Conform het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) dient een financieringsparagraaf op te worden genomen in de begroting en het jaarverslag (artikelen 9, 13 en 26). 

Ontwikkelingen Krimpenerwaard

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen Krimpenerwaard

Beleidsvoornemen treasury
In het treasurystatuut 2020 heeft het college de kaders voor de treasuryfunctie bepaald. Het beleid van onze gemeente is erop gericht om de financieringsbehoefte zo gunstig mogelijk af te dekken. Omdat de rente op de kortlopende middelen in het algemeen gunstiger is dan de rente op langlopende middelen, wordt bij een gelijkblijvende renteverwachting eerst gebruik gemaakt van kortlopende geldleningen als er een lening aangetrokken moet worden. 
Voor het afdekken van renterisico’s kan worden afgeweken van financiering met een korte looptijd. Door langlopende geldleningen eerder aan te trekken dan strikt noodzakelijk kan enerzijds geprofiteerd worden van een lage rente en anderzijds het risico op stijgende rente worden beperkt of afgewend.
In de meerjarenbegroting 2022-2025 werd geen rekening gehouden met het aantrekken van nieuwe geldleningen in 2022. In 2022 is geen financieringstekort ontstaan door het aantrekken van geldleningen in 2021. 
Ervaring leert ook dat de werkelijke liquiditeitsbehoefte in de praktijk lager uitvalt dan een begroot financieringstekort. 

Risicobeheer
In de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) zijn voor de beheersing van de renterisico’s de kasgeldlimiet en de renterisiconorm opgenomen.

Kasgeldlimiet
De gemeente mag haar activiteiten niet onbeperkt met kort geld financieren (looptijd korter dan 1 jaar). In de Wet fido is hiervoor de kasgeldlimiet opgenomen, waarmee een maximum wordt gesteld aan de netto kortlopende schuld. Reden hiervoor is dat een korte schuldpositie een potentieel renterisico in zich heeft, omdat rentestijgingen direct doorwerken in de rentelasten. De kasgeldlimiet blijft ruimschoots binnen de wettelijke norm.

Berekening kasgeldlimiet 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
(bedragen x € 1.000) 2022 2022 2022 2022
Grondslag: Begrotingstotaal (primitieve begroting) 151.638 151.638 151.638 151.638
Toegestane kasgeldlimiet:
- relevant percentage (wettelijk voorgeschreven) 8,5% 8,5% 8,5% 8,5%
In bedrag (1) €12.889 €12.889 €12.889 €12.889
Liquiditeitspositie 2022:
- Kortlopende schuld (negatief betekent schuld) (8) (52) (55) (36)
- Vlottende middelen (positief betekent tegoed) 61.754 55.472 62.335 60.699
Vlottende middelen minus kortlopende schuld (2) 61.746 55.420 62.280 60.663
Ruimte (+) / overschrijding (-) (1+2) 74.635 68.309 75.169 73.552

Bij een dreigende structurele overschrijding van de kasgeldlimiet zullen nieuwe langlopende geldleningen worden aangetrokken.

Renterisiconorm
Deze norm heeft als doel het toekomstig renterisico te beperken door de aflossingen en renteherzieningen te spreiden. Voorkomen moet worden dat er in enig jaar een te grote concentratie plaatsvindt van aflossingen en renteherzieningen op lopende leningen. De renterisiconorm is gekoppeld  aan het begrotingstotaal.

Berekening renterisiconorm Werkelijk Begroot
(bedragen x € 1.000) 2021 2022 2023 2024 2025
Renterisico's (aflossingen op vaste schuld):
- renteherziening op vaste schuld - - - - -
- aflossingen 8.570 7.225 7.225 7.225 8.725
Renterisico 8.570 7.225 7.225 7.225 8.725
Berekening renterisiconorm:
Begrotingstotaal 139.654 151.638 161.775 153.276 154.693
Bij ministerie vastgesteld percentage 20% 20% 20% 20% 20%
Renterisiconorm 27.931 30.328 32.355 30.655 30.939
Toetsing renterisico aan norm:
Renterisiconorm 27.931 30.328 32.355 30.655 30.939
Renterisico 8.570 7.225 7.225 7.225 8.725
Ruimte (+) / overschrijding (-) 19.361 23.103 25.130 23.430 22.214

Uit bovenstaande opstelling blijkt dat het risico dat de gemeente loopt op haar vaste schuld beperkt is en in de periode 2021-2025 ruim binnen de norm blijft.

Leningenportefeuille
De schuldpositie van de gemeente wordt bepaald door de omvang van de portefeuille opgenomen geldleningen in combinatie met de debetstand op de rekening-courant. Onderstaande tabel geeft inzicht in de ontwikkeling van de schuldpositie over de periode 2021 tot en met 2025. 

Schuldpositie Werkelijk Begroot
(bedragen x € 1.000) 2021 2022 2023 2024 2025
Onderhandse geldleningen binnenlandse banken
- hoofdsom leningen per 1 januari 52.195 104.375 97.150 99.925 132.700
- aangetrokken geldleningen 60.750
- aflossingen afgesloten leningen t/m 2022 (8.570) (7.225) (7.225) (6.725) (6.225)
- nog af te sluiten lening per 01-12-2023, 20 jr., 2,5% 10.000 (500) (500)
- nog af te sluiten lening per 01-07-2024, 20 jr., 2,5% 40.000 (2.000)
- nog af te sluiten lening per 01-07-2025, 20 jr., 2,5% 30.000
Hoofdsom leningen per 31 december 104.375 97.150 99.925 132.700 153.975

In 2022 zijn geen langlopende geldleningen afgesloten.

De gemiddelde rente voor de totale leningenportefeuille bedraagt per 31 december 2022 0,95%. In 2020 is vanuit de reserve Enecogelden een bestemmingsreserve “Overrente” gevormd voor een bedrag van € 5,8 miljoen. Deze reserve en inzet veroorzaakt een structureel dekkingsmiddel ter dekking van rentelasten. In 2022 heeft een vrijval plaatsgevonden van afgerond € 0,67 miljoen.

Renteresultaat
Onderstaand renteschema geeft inzicht in de geraamde en werkelijke rentelasten van externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening.

Rentetoerekening Begroot Werkelijk
(bedragen x € 1.000) 2022 2022
a. Externe rentelasten over korte en lange financiering 1.089 1.001
b. Externe rentebaten over korte en lange financiering - (208)
Saldo rentelasten en -baten 1.089 793
c1. Doorberekende rente aan grondexploitaties (59) (3)
c2. Rente projectfinanciering - -
c3. Rentebaten van doorverstrekte leningen (94) (103)
(153) (106)
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente 936 687
d1. Rente over eigen vermogen 225 211
d2. Rente over voorzieningen - -
225 211
Totaal aan taakvelden toe te rekenen 1.161 898
e. De aan taakvelden tegerekende rente (1.120) (1.060)
Boekwaarde activa welke integraal wordt gefinancieerd
(peildatum 01-01-2022, conform mjb. 2022-2025) 140.000 132.500
Voorcalculatorische rentepercentage begroting 2022 0,8% 0,8%
Renteresultaat op taakveld Treasury (-/- = voordelig) 41 (162)

Het voordelig renteresultaat bedraagt in 2022 € 162.000. Dit wordt met name veroorzaakt door lagere rentelasten als gevolg van minder aangetrokken financiering in 2021 en hogere rentebaten van overtollige financieringsmiddelen in het 2e halfjaar 2022.
Het gehanteerde rentepercentage bij de definitieve berekening van kapitaallasten is gebaseerd op het voorcalculatorische rentepercentage van 0,8%. Het nacalculatorische rentepercentage 2022 is becijferd op 0,67%. Dit betekent dat in 2022 een reëel rentepercentage is toegerekend aan de activa.

Kredietrisicobeheer op verstrekte geldleningen en garanties en overige uitzettingen

In de Wet fido en het Treasurystatuut Gemeente Krimpenerwaard 2020 is als algemeen uitgangspunt vastgesteld dat leningen of garanties alleen uit hoofde van de publieke taak worden verstrekt. In de in 2020 vastgestelde gemeentelijke Beleidsregels leningen en garantstellingen zijn verdere voorwaarden opgenomen voor het verstrekken van leningen en garanties. 
Kredietrisicobeheer richt zich op de kredietwaardigheid (en dus risicoprofiel) van de tegenpartij bij financiële transacties. Mede door tussenkomst van waarborgfondsen en/of andere financieringsregelingen loopt de gemeente een zeer beperkt risico bij uitstaande leningen en garanties. 

Onderstaande tabel geeft inzicht in de verstrekte geldleningen en garantstellingen.

Omschrijving Werkelijk Werkelijk
(bedragen x € 1.000) 31-12-2021 31-12-2022
Verstrekte geldleningen:
- Startersleningen SVn 4.771 4.980
- Duurzaamheidsleningen SVn - 589
- Leningen aan verenigingen en stichtingen 215 211
- Leningen aan woningbouwcorporaties 7 6
Garanties:
- Waarborgfonds Sociale Woningbouw 118.966 116.132
- Overige gewaarborgde geldleningen 881 725
Totaal 124.840 122.643

Overige uitzettingen betreffen overtollige financieringsmiddelen. Deze zijn in 2022, conform wet- en regelgeving, risicovrij geparkeerd bij het ministerie van Financiën (schatkistbankieren) en een andere decentrale overheid. Op 31 december 2022 was een bedrag van circa € 55,6 miljoen aan tijdelijke overliquiditeit geparkeerd.

Liquiditeitsrisico
Er is in 2022 gewerkt met een liquiditeitsprognose, welke regelmatig werd geactualiseerd. In 2022 was de toegang tot de kapitaalmarkt het gehele jaar gewaarborgd. Als gevolg hiervan waren er voldoende geldmiddelen beschikbaar om aan directe verplichtingen te voldoen.

Geldstromenbeheer
De geldstromen lopen hoofdzakelijk via de BNG Bank. De saldi van de rekeningen bij de andere banken wordt zoveel als mogelijk overgeboekt naar de rekening bij de BNG Bank. 

Relatiebeheer
De bancaire partijen waarmee de gemeente Krimpenerwaard zaken doet vallen onder toezicht van De Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer. 
In 2018 is een financieringsovereenkomst met de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG Bank) afgesloten. Dit raamcontract voor een krediet- en depotarrangement en elektronisch betalingsverkeer wordt periodiek beoordeeld op inhoudelijke bepalingen en concurrerende condities. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de BNG Bank een unieke plaats inneemt ten opzichte van andere banken, omdat voor het ontvangen van rijksuitkeringen een lopende rekening bij deze bank vereist is. Overigens worden de faciliteiten van de BNG Bank toereikend geacht en de condities marktconform.